(Duurdere) Prostituee; meestal een vrouw die betaald wordt om mannelijke klanten te vermaken in een nachtclub*, hen vol te stoppen met drank (op hun kosten uiteraard) en seks met hen te hebben. De benaming maakt deel uit van de trend om een controversieel beroep een respectabel kleedje te geven. Zie ook gastvrouw* en Callgirl*. Vgl. ook Duits: ‘Hosteß’ (sedert 1968). Een prostituee die haar waren aanbiedt via het Internet noemt men in Frankrijk een ‘hótesse de charme’.
Vriendelijk knipogende hostesses noden de voorbijganger binnen, waar de thee op het lichtje staat en een moederlijke borst gespreid is.
Renate Rubinstein: Tamarkolommen en andere berichten. 1973
Vorige week voer hij in dat bordeel op wielen op de A2, toen zijn lievelingshostess, naast hem, nodig moest piesen.
Het Parool, 26-01-95
’s Nachts is er wel eens een oplopende vrouwenruzie tussen binnenlandse en buitenlandse hostessen, want de enen doen het ‘zonder’ en de anderen ‘met’ en de buitenlandse schijnen tegen dumpingprijzen te werken.
De Morgen, 26-03-99