Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

doen

betekenis & definitie

(1) kan soms de betekenis ‘urineren, plassen”’ hebben, bijvoorbeeld in de verbinding ‘het in zijn bed doen’. Voornamelijk gezegd van kinderen of bejaarden. Het woord ‘doen’ is zo vaag dat het om het even wat kan betekenen. In kringen van de Nederlandse adel prefereert men volgens Agnies Pauw van Wieldrecht (‘Het dialect van de adel’. 1985) de uitdrukking ‘in zijn bed doen’ boven ‘in zijn bed plassen’.

Hij smakte, veegde met de mouw van zijn jas de mond schoon en zeide: ‘Alsof er een engeltje op je tong doet! Misschien ook een slokje hebben?’

Toon Kortooms: Mijn kinderen eten turf. 1939.29** druk. 1991

(2) het doen: kijk onder het* doen.

(3) iemand iets doen: iemand kwaad doen. ‘Hij zal je niets doen, want hij is te log’ lezen we in de ‘Verzamelde Werken’ (1830-1833) van A. Fokke Simonsz.

(4) je kunt het me (allemaal) doen: een afwijzing. Eigenlijk een nette variant van ‘je kunt me de kloten kussen’. Deze eufemistische uitdrukking was lange tijd populair in soldatentaal en is mogelijk in deze kringen ontstaan.

Ik studeerde economie in Rotterdam, als een van de weinige meisjes tussen heel veel jongens. Dan kon je twee dingen doen: het pietepeuterige meisje spelen, of roepen: je kan het me allemaal doen. Opzij, januari 1988