Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

hip

betekenis & definitie

(1) In de zin van prostituee vermoedelijk sedert het begin van de twintigste eeuw. Koster Henke (1906) vermeldt het woord niet alleen in de zin van ‘avontuurtje’ maar vermeldt daarnaast: ‘snol. Dat niese loopt op een hip. Ze kan hippies bij de vleet krijgen’, maar de voorbeeldzin verwijst eerder naar een (later ontwikkelde) tweede betekenis:

(2) Klant van een hoer. Een vulgairder Bargoens synoniem is hengst. In het Amerikaanse prostitutie jargon spreekt men over een ‘trick’. Franse hoeren noemen hun klanten ‘miches’ of ‘michetons’.

Dat zijn de gewiekste en chroniese hippen en die kon die ouwe temeie niet met een klein rukkie aan de lui tevreden stellen.

Haring Arie: De sarkast. 1989

Nauwelijks de deur uit pikte ze voor twintig gulden al meteen een nieuwe hip op. 

Nou en... mijn leven op de walletjes. Door Riek verteld aan Jan A.L.M. Naaijkens. 1986