Ensie 1950

Redactie Gerrit Krediet, Jan Baert, Jac. Bot, Salomon Kleerekoper (1950)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Veehouderij

betekenis & definitie

Gewoonlijk deelt men de veehouderij in bij de landbouw, maar men bedenke daarbij, dat een klein deel van het vee dan niet in handen is van veehouders, b.v. leger-, stadsen renpaarden, konijnen, een deel van het pluimvee en van de geiten. Tot deze groepen behoort ook het vee, dat voor sportdoeleinden wordt gehouden.

De landbouw als middel van volksbestaan houdt zich bezig met wat men kan noemen nutsveehouderij. Deze legt zich toe op de verkrijging van dierlijke producten met economische waarde nl.:a.arbeid. De diersoort, die hiervoor het meest in aanmerking komt is het paard, eventueel muildier en ezel. Dit geldt zowel voor het trekken als voor het dragen van lasten. In minder welvarende streken of onder bijzondere omstandigheden wordt ook het rund wel gebruikt; in bepaalde gevallen komen eveneens andere diersoorten, buffels (karbouwen), kamelen, lama’s of olifanten in aanmerking.
b.melk. Hiervoor worden voornamelijk runderen gehouden. Al worden ook andere diersoorten b.v. geiten, schapen, buffels wel gemolken, voor de wereldhandel zijn alleen koemelk en de daaruit bereide producten (boter, kaas) van betekenis.
c.vlees. De hoofdproducenten hiervan zijn runderen en varkens. Hoewel voor de rundvleesproductie dikwijls speciale rassen gebruikt worden, draagt toch ook alle voor de melkproductie gehouden rundvee bij tot de vleesvoorziening.
d.wol. Deze wordt hoofdzakelijk van schapen verkregen. Een met de wol verwant product is bont (zie jacht).
e.eieren. Van de beide belangrijkste soorten hebben kippeneieren de grootste en eendeneieren slechts een ondergeschikte betekenis.

Hiernaast levert de veehouderij nog menig bijproduct, waarvan vooral huiden (voor leder) genoemd mogen worden.

Soms wenst men in een en hetzelfde dier meer dan één productierichting te verenigen: zo tracht men soms bij het rund te bereiken, dat het naast de bruikbaarheid als werkdier een behoorlijke melkproductie heeft en tevens een goed slachtdier is. Daar verschillende organen van het runderlichaam door elk van deze drie productievormen belast worden, is het duidelijk, dat de productie in ieder van deze drie richtingen dan nooit zo hoog opgevoerd kan worden als bij runderen, die slechts voor een der productievormen gebruikt worden. Bij schapen wordt veelal de vleesen de wolproductie gecombineerd, wat inderdaad fysiologisch weinig bezwaar oplevert. Daarentegen is bij de kip vleesen eierproductie weer slecht verenigbaar.

Enkele als vee gehouden diersoorten hebben plaatselijk een zeer veelzijdige betekenis, b.v. rendieren, waaraan de Lap bijna alles ontleent, wat hij voor zijn stoffelijk leven nodig heeft.