Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

WATERSCHAP SCHOUWEN-DUIVELAND

betekenis & definitie

Waterschap, omvattende het gebied van het voormalige eiland Schouwen-Duiveland (gemeenten Westerschouwen, Middenschouwen, Zierikzee, Brouwershaven, Duiveland en Bruinisse); opgericht 1 jan. 1959. Het zetelt te Zierikzee en is verdeeld in vier districten.

De kadastrale oppervlakte bedraagt ca. 22.801 ha. De zeeweringen (dijken en duinen) hebben een totale lengte van ca. 91 km. De tot het waterschap behorende 28 polders en v.m. waterschappen liggen merendeels beneden N.A.P.; de gemiddelde hoogwaterstand van het buitenwater is ca. 1,6 m ± N.A.P. In verband met de bouw van de stormvloedkering in de Oosterscheldemonding vond c.q. vindt dijkverhoging plaats langs Oosterschelde, Keeten, Mastgat en Zijpe.De vooroever wordt afhankelijk van de ligging één tot vier keer per jaar gepeild (peilboot met echolog). Op verschillende plaatsen worden bestortingen aangebracht om aantasting van de dijk te voorkomen.

Het openbare, door het waterschap onderhouden waterlopenstelsel bedraagt 243 km. De weg- en kavelsloten worden onderhouden door de gebruikers van de aanliggende gronden.

De waterbeheersing van het waterschap omvat vijf elektrische gemalen en één dieselbemaling (Prommelsluis), benevens een aantal onderbemalingen.

De totale lengte van de waterschapswegen bedraagt ca. 367 km, waarvan 25 km tertiaire wegen, 186 km quartaire wegen en 156 km niet-planwegen; het overige wegennet op Schouwen-Duiveland bestaat uit 17 km rijkswegen, 43 km provinciale wegen en 66 km gemeentewegen buiten de kommen (1978). Het waterschap beheert waterzuiveringsinstallaties te Westerschouwen, Brouwershaven, Dreischor en Bruinisse.

Het gebied van het waterschap is grotendeels aangepast d.m.v. → ruilverkaveling (zie ook → Schouwen-Duiveland). De afzonderlijke poldergebieden binnen het waterschap zijn → Adriana Johanna-, → Al-te-Klein-, Groot- en Klein- → Beyeren-, → Borrenbrood-, → Bruinisse-. → Burgh- en Westland-, → Christoffel-, → Dreischor-, → Galge-, → Geest-, → GooikensNieuwland-, → Gouweveer-, → Groot-St.-Jacobs-, → Groot-Bettewaarde-, → Henriëtte-, → Jonge-, → Keet-, → Klein-Bettewaarde-, → Kijkuit-, → Maarland-, → Nieuw-Bommenede-, → Nieuwe of jonge-van Dreischor, → Nieuwe Veer-, → Nieuw-Nataars-, → Noordernieuwland-, → Noordgouwe-, → Oosteren Ban-, → Oosterland-, → Oud-Bommenede-, → Oude Nieuwland-, → Schouwen-, → St.-Jacobs-, → St.Jeroens-, → St.-Joost-, → Sir Jansland-, → Stoof-, → Suzanna-, → Verbrande Man-, → Vier Bannen van Duiveland, Voormalig → Dijkwater, → Westeren Ban-, → Zelke-, → Zonnemaire-, → Zuidernieuwland- (Brouwershaven) en → Zuidernieuwlandpolder (Zierikzee).

Het eerste district wordt omsloten door de Noordzee, het Brouwershavensche Gat, de Grevelingen en de Oosterschelde; de oostelijke grens loopt van de Grevelingen af aan de westzijde van de Borrenbroodse dijk tot de Kijkuitsedijk, langs de noordzijde van de Kijkuitsedijk in westelijke richting, kruist de provinciale weg Zierikzee-Brouwershaven, loopt vervolgens langs de noordzijde van de Delingsdijk tot de provinciale weg ZierikzeeHaamstede, kruist deze weg en loopt dan in een rechte lijn naar het einde van de oostelijke nol van het Schelphoekgat.

Het tweede district grenst in het westen aan boven beschreven oostgrens van district I; in het zuiden aan de Oosterschelde; de oostelijke grens loopt vanaf de splitsing Schenkeldijk/ Kijkuitsedijk in zuidelijke richting langs de westzijde van de Schenkeldijk, de Schouwsedijk en de Leverdijk tot de aansluiting op rijksweg 18, kruist deze weg, loopt langs de zuidzijde in oostelijke richting tot de splitsing met de provinciale weg naar de Val, loopt vervolgens langs de westzijde van deze weg tot de splitsing met de Gouweveerse zeedijk, kruist hier de provinciale weg en sluit aan op de zeedijk langs de Oosterschelde ter plaatse.

Het derde district grenst in het westen aan boven beschreven oostgrens van district II; in het noorden aan de Grevelingen en in het zuiden aan de Oosterschelde; de oostgrens loopt van de Grevelingen af (vanaf de oostelijke afsluiting van de dijk door het voormalige Dijkwater) in zuidelijke en westelijke richting langs de oost- c.q. noordzijde van de Noorddijk tot aan de aansluiting met de Nieuweweg/ Stolpweg, loopt vervolgens in westelijke en zuidelijke richting langs de noord- c.q. westzijde van de Oude Polderdijk tot rijksweg 18, loopt dan in westelijke richting langs de noordzijde van die weg tot de aansluiting van de Groenendijk, kruist rijksweg 18 en loopt tenslotte langs de westkant van de Groenendijk tot de aansluiting met de zeedijk aan de Oosterschelde (Nieuwendijk).

Het vierde district grenst in het westen aan de boven beschreven oostgrens van district III en wordt resp. in het noorden, oosten en zuiden omsloten door Grevelingen, Zijpe en Keeten (Mastgat).

Wapen:

Dit werd bij K.B. van 18 december 1959 aan het waterschap verleend. Het bovenste deel is het wapen van Schouwen, dat al bij Boxhorn wordt vermeld (1644) .Het herinnert aan de bekende legende van Westenschouwen, dat ten onder ging als straf voor het vangen van een meermin. Het onderste deel is het wapen van Duiveland, dat al in de 14e eeuw door het geslacht Van Duvelant werd gevoerd. Door de zwaluwstaartvormige doorsnijdingslijn zijn beide delen van het eiland onverbrekelijk met elkaar verbonden.

Historische geografie:

Zie bij → SchouwenDuiveland en de afzonderlijke polders.

Bestuurlijke ontwikkeling:

Zie bij de afzonderlijke polders.

LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen II.