Water tussen Duiveland en Tholen, in het oosten in het Mastgat uitkomend, in het westen in de Roompot (Oosterschelde). Vóór de totstandkoming van het Schelde-Rijnkanaal maakte het deel uit van de vaarroute van Antwerpen naar de Rijn.
Het water dankt zijn naam aan de zoutketen die op de Duivelandse zeedijk bij Vianen hebben gestaan; hierin huisden de arbeiders die zich bezighielden met de → selnering of zoutwinning. De naam wordt reeds vermeld in de 14e eeuw.LITERATUUR
Van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek. VanGoor’s aardr. wb. van Ned. A.A. Beekman, De wateren, 154, 155. M. Schönfeld, Nederlandse waternamen, 30. Wilderom, Tussen afsluitdammenW.
