Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

STRIJDHOEVE

betekenis & definitie

18de-eeuws kasteel in Udenhout. De legende wil, dat het huidige kasteel werd gebouwd op fundamenten van een middeleeuws kasteel, maar van zo’n kasteel is in Udenhout geen sprake geweest, wel van een oud Brabants leengoed De Strijdhoeven, waarop aanvankelijk vier, later twee vermoedelijk versterkte hoeven stonden.

De naam Strijdhoeven komt voor het eerst voor in 1380. Dan is er sprake van „de erfenissen genoemd de Strijthoeven”. In een 15de-eeuws leenregister wordt het goed omschreven als „vier hoeven lants een beempte geheyten die Strijthoeven, comende mitten twee seyden aen des heren straten ende mitten andere syde aan d’erven Jan van Haren”. Tot 1620 vormden ze nog één bezit, maar toen raakte dit uit elkaar om uiteindelijk in 1770 toch weer een geheel te gaan vormen. Waar de Grote Strijdhoeve lag, daar werd later het kasteel gebouwd.De oudste bezitter van het goed is Roelof Taye. Via Henrick Geeraerts van Deventheren en Diederick Aerts Diericx de Jonghe kwam het in bezit van de jonkheren Bacx. Dat was in 1577. Jacob Bacx, die de Staatse zijde had gekozen en spoedig als fel calvinistisch bekend zou staan, was evenmin als zijn kinderen geliefd in het Brabantse land. De heer van Helvoirt, Hendrik Bloeyman, achtte het ’t beste dat „men Bacx zijn hoofd sal affsneyden ende in een sack den kynderen thuys seynden”. Hij overleed in 1591.

De hoeven in Udenhout waren verpacht, maar het werden vervelende kwesties, waarbij „deurweerder ende soldaten gehaelt” werden. Pas in 1619 volgde een verdeling van de erfenis. De Grote Strijdhoeve werd verkocht aan jonkheer Peter van Broekhoven die haar verhief. In 1719 is in een koopakte sprake van: „Een schone en welgelegen hoeve lands, bestaende in eene steene huysinge, schuer, stallinge, ommuerden hof, speelhuys, visvyver, plantagien met syne verdere regten en geregtigheden en met saylanden, weyvelden, heyvelden, eusels, heggen en kanten, tsamen met de Nonne en Lappebeemden, gelegen aan de Schoorstraat, tussen de Cleyne Strythoeve ter ene zijde en de weduwe Peter Jan Vermeer, Jan Symon Driessen en anderen ter andere zijde.” In 1761 verhief Willem Jacob Frederik, baron van Dopff, generaal-majoor in Staatse dienst, de Strijdhoeve wederom en kocht in 1770 de „Cleyne Strijthoeve, geleegen aen de Cruysstrate” er weer bij. In 1760 betrokken hij en zijn vrouw het door hen gebouwde kasteel de Strijdhoeve. Baron van Dopff was in 1770 commandant van Breda, in 1778 van Hulst en in 1787 van Amsterdam.

Hij bouwde in 1788 de protestantse kerk in Udenhout. Die kerk werd in 1866 weer afgebroken, omdat de bewoners van het kasteel de katholieke godsdienst hadden aangenomen. Het kasteel kwam in de familie Le Mire.

In het begin van de zeventiger jaren van de 20ste eeuw werd de Strijdhoeve ook gebruikt als bezinningscentrum, waarvoor de zusters Franciscanessen uit Dongen als gastvrouwen optraden.

Bron: A. van Oirschot, Middeleeuwse kastelen in Noord-Brabant, 1981.

< >