werden geslagen door Theodoor Victor van Berckel (1739-1808) en door diens vader, Theodor van Berckel, die beiden de vroedschapspenmngen voor ’s-Hertogenbosch maakten. Theodoor Victor werd in Brussel benoemd tot eerste algemene graveur van de Munt der Oostenrijkse Nederlanden.
Hij maakte er meer dan 30 muntstempels en daarnaast ruim 150 penningen, o.m. een reeks stadhuis- en vroedschapspenningen voor ’s-Hertogenbosch uit de jaren 1761-94. Hij keerde terug naar Den Bosch, waar hij in 1808 overleed.Ook Huib Luns, die directeur was van de School voor Kunstnijverheid cn Ambacht te ’s-Hertogenbosch ontwierp in 1928 een penning van koning Willem I.
Niel Steenbergen (1911) maakte ca 50 penningen, veelal voor particuliere opdrachtgevers, o.a. Eeuwfeest Episcopaat Nederland, prijspenning St. Joostacademie, Tweede Vaticaans concilie, erepenning gemeente Oisterwijk, 300 jaar Vrede van Breda; portretpenning prinses Irene en haar man, carnavalspenning voor de Vereniging van Penningkunst, erepenningen voor de gemeenten Helmond en Teteringen, Jeroen Bosch en Norbertijnerpoortje Tilburg.
Wilma Bruning-Haffmans uit Cuijk maakte de prijspenning voor de Koninklijke Nederlandse Botanische Vereniging Hugo de Vries (1973); Christina Nijland te Tilburg maakte een geboortepenning (1962).
Bron: De Geuzenpenning.
