Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

BIJGELOOF EN HEILIGEN

betekenis & definitie

Sint Adrianus, tegen huiduitslag en koudvuur bij dieren: ook tegen de pest.

Sint Agal, een goed teken wanneer men brood van boekweit gemaakt mee naar de markt neemt.

Sint Agatha, tegen kanker en zwerende borsten.

Sint Amalherga, aangeroepen om duivelinnen te verjagen; vissers moeten steur offeren.

Sint Amandus, tegen „oude man”, engelse ziekte; men moet het hemdje van een ziek kind in de put gooien. Wanneer het blijft drijven zal het kind genezen, wanneer het ondergaat sterft het.

Sint Andries (29 nov.), „Sint Andries brengt de vries”; en: „Sint Andries, papengewin en boerenverlies”. Hij wordt aangeroepen tegen koorts en door aanstaande moeders Sint Anna, aangeroepen om kinderen te krijgen; ook voor een huwelijk: „Naar sint Anneken gaat men om ’n manneken”. En eveneens voor een goede verlossing. Men kan naar Molenschot, Wolvertem en Bottelare.

Sint Antonius, aanroepen als men iets verloren heeft: „Antonius, goed heilig man, maak dat ik dat en dat vinden kan”. Antoniusplaatsen zijn Nijnsel, Baardwijk bij Waalwijk en Keldonk bij Erp.

Sint Antonius Abt, tegen veeziekte, wildvuur en ook brand. De boeren moeten dronken van de bedevaart thuiskomen, dan worden de varkens goed vet. Hij wordt ook vereerd in St. Anthonis; hij wordt aangeroepen tegen steenzweren, wildvuur en brand.

Sint Apollonia, haar zouden ze vroeger de tanden uit de mond hebben geslagen; tegen tandpijn dus. In Antwerpen zijn zijde snoertjes, soms met steentjes als Apolloniatandjes te koop; die moeten om de hals gedragen worden. Een andere Apolloniaplaats is Wouw. Apolloniatandjes bewaren betekent dat men een gaaf gebit houdt.

St. Balthazar, een van de Driekoningen; eerste of laatste letter van afweerteken op huis.

Sint Barbara, noodheilige; op die dag moet men takken zetten voor de vruchtbaarheid.

Sint Bavo, tegen kinkhoest. In Rijsbergen moet men dan wijwater uit een kinkhoorn drinken: „Wie van kinkhoest wil genezen, ga naar Rijsbergen als voor dezen. Sint Bavo wordt daarom geprezen.” Sint Begga, tegen stotteren (dat houdt verband met het franse „bégues” = stotteren).

Sint Berlindis, moet men aanroepen ten behoeve van de koeien.

Sint Bernardus, tegen lopende roos, Bernardusvuur; een gedrukt gebedje voor St. Bernardus in de stal hangen, dan kan er niets gebeuren. Zout en brood wijden. Bernardusplaatsen zijn Bergeijk, Ulicoten voor Bernardusbroodjes; Hoeven, aanroepen tegen reuma en veeziekte.

Sint Bertilia, tegen kwijnende ziekte en maagpijn.

Sint Brigida, aanroepen voor het vee en de paarden. Op haar dag in mei moet men dan de dieren versieren met roosjes en linten om haar goed te stemmen. Brigida-plaats is o.m. Geldrop.

Sint Blasius, tegen blaasjes op de huid (vanwege zijn naam) ook tegen waterzucht (omdat hij door het water wandelde) en tegen hoofdpijn (omdat hij onthoofd werd), en tegen keelpijn de Blasiuszegen met gekruiste kaarsen.

Sint Bonifacius (14 mei), ijsheilige; als men de 14e mei daar tenminste nog bij wil rekenen; het wordt dan guur en koud weer.

H. Caspar, een van de driekoningen. Beginletter een van de letters van het afweerteken op huizen, tegen boze geesten; zie Driekoningen.

Sint Catharina, een lotdag: „Met Sint Katrijn moeten de koeien aan de lijn”; wordt aangeroepen tegen ringworm, en als de huiduitslag rond is dan op beevaart gaan. Bekend is ook de Katrijnbloem.

Sint Christoffel, voor op reis een afbeelding van Christoffel met het kindje meenemen; vooral in rijtuigen en auto’s. Christoffelkruid kan men in de Limburgse bossen vinden; dat geeft toegang tot onderaardse schatten, en dient ook tegen boze invloeden. Elzendorp is een Christoffelplaats.

Sint Clara, (vanwege haar naam) voor klaarheid, ogen. Men moet haar ook een worst aanbieden om mooi weer te krijgen.

Sint Cloud, tegen steenpuisten (vanwege de naam, frans: clous).

Sint Coleta, voor een gelukkige verlossing.

Sint Cornelius, tegen de stuipen, tegen lamheid, zenuwziekte, maar ook aanroepen voor kalveren. Kinderen moeten de bedetocht vooral meemaken: dat is beter dan alleen volwassenen. Cornelius wordt vereerd in Bokhoven, Son, Zeeland, Achtmaal, Hoogerheide, Oosterhout, Leur, Roosendaal, Woensdrecht, Hoge en Lage Mierde.

Sint Cunera, tegen keelpijn en veeziekte. Heeswij k.

H. Driekoningen (6 januari), de Dertiendag; dit was namelijk de 13e dag na de winterzonnewende. Driekoningen zijn Caspar, Balthazar en Melchior. De beginletters worden gebruikt als afweerteken op huis: KMB of BMC, tegen boze geesten of bliksem.

Sint Drogo, aanroepen tegen breuken en vanwege de naam tegen bedwateren.

Sint Elmus. zorgt voor Elmusvuur, lichtjes op een zeilend schip, waarmee hij storm en schipbreuk voorspelt.

Sint Eloy, op zijn dag moet men paarden laten zegenen; hij wordt ook aangeroepen tegen steenzweren en roven op wonden.

Sint Gallus (16 oktober), een slecht geboorteteken: jongens, die drie dagen voor die dag geboren zijn worden weerwolven, en meisjes nachtmerries.

Sint Geertrui, tegen mollen, muizen en ratten: Geertruiwater in huis en op het land sprenkelen; zand laten wijden en als afweermiddel gebruiken; kerkhofzand is ook al goed. Zand wijden in Heerle bij Wouw; en water halen uit de Geertruifontein in Bergen op Zoom, vroeger in Beek bij Breda.

Sint Genoveva, tegen oogziekte en uitslag, kinderziekte en haarworm; in het laatste geval moet men haarspelden offeren. Genovevaplaatsen zijn Breugel bij Son.

Sint Gillis, tegen hoofdpijn (vanwege zijn naam!).

Sint Godelieve, tegen koorts, oogkwalen, pijn aan de ledematen en keelpijn (omdat ze gewurgd werd).

Sint Guido, tegen rode loop, maar ook om ervoor te zorgen dat hennen geen windeieren leggen.

Sint Hubertus (3 nov.), de Hubertusbroodjes tegen hondsdolheid zijn wel algemeen bekend. Men moet ook bezweringsspreukjes zeggen zoals: „Kwaje hond, sta stil, ’t Is Sint Hubertus’ wil”. Wanneer men door een dolle hond gebeten is, kan men in St. Hubert een snee in het hoofd krijgen, waarin een vezeltje van de stola van Hubertus gestopt moet worden. Hubertusjachten, met zegeningen van de stoet werden gehouden in Oirschot en momenteel nog in Udenhout.

Sint Hyacinthus, wordt aangeroepen door onvruchtbare vrouwen en vrouwen in barensnood.

Sint Jacob, wordt aangeroepen voor goed koren. Er is ook Jacobskruid en een Jacobslelie. Sintjan, tegen boze geesten, heksen en bliksem. Sint Jansdauw is geneeskrachtig. Sint Janstros wordt, vooral in de oostelijke Kempen met Oerle als middelpunt, opgehangen tegen onweer en hekserij. Op Sint Jansdag moet de vrouw een noteblad plukken en in de schoen van haar man stoppen; dan is ze zeker van zijn genegenheid. Of een stropijl in het sleutelgat van het geldkistje steken; dan krijgt ze zoveel geld van haar man als ze maar wil.

St. Jan wordt ook aangeroepen tegen stuipen en keelpijn. St. Janskruid, St. Jansvaren, St. Janskers en St. Jansperen dienen tegen alle mogelijke kwalen.

St. Jan Evangelist, deze wordt ook wel de schreeuwer genoemd. Hij wordt dan ook aangeroepen tegen de „overschreeuw'”, het onophoudelijk huilen van kinderen. Tegen rupsen, kikvorsen, muizen en ratten moet men het Sint Jans-evangelie opzeggen op de akker.

St. Job, oude Jobsbedevaartplaatsen zijn Helvoirt, Enschot en Heeze. Wordt aangeroepen tegen etterende zweren.

St. Joris, tegen jeuksel, zomerring en huidziekte van paarden. Er is ook St. Joriskruid.

St. Joseph, aanroepen tegen windeieren, St. Josephkruid moet ook geneeskracht hebben. St. Lambertus, wordt vanwege zijn naam, aangeroepen tegen lamheid.

St. Laurentius, tegen brandwonden en brandgevaar (omdat hij op de brandstapel kwam) en tegen sterfte van kalveren.

St. Levinus, tegen hoofdpijn; hij zou onthoofd zelf met zijn hoofd in de handen naar het graf zijn gelopen.

St. Leoardus, gebedje: „Sint Leonard, patroon voor vrouw in barensnood; voor slaaf, blind, kreupel, lam; bewaar ons tot de dood”.

St. Lucia, tegen oogziekte; zij zou haar ogen hebben uitgerukt; ook vanwege de betekenis van haar naam: licht. Er bestaat ook Luciakers. Wordt vereerd in Ravenstein en Beek en Donk.

St. Lupus, Lupuskoek, driehoekig, wordt gebruikt tegen het gevaar van wolven, zeker wanneer men zo’n koek van een bedelaar kreeg (lupus loup wolf).

St. Maarten, Maartensvuren ontsteken, dank voor de oogst en tevens tegen geesten en heksen. Is een lotdag: „Is ’t donker weer op sinte Martijn, dan zal het een zachte winter zijn, maar is die dag ’t weer helder, dan dringt de vorst door in menig kelder”.

St. Magdalena, Magdalenabrood werd in een dorp bij Leuven aan gezinnen gegeven; teken van onderdanigheid. Heel bekend is de spijkerkapel in Esdonk bij Gemert.

St. Mamertus (11 mei), een van de ijsheiligen; guur en koud weer.

St. Margaretha, tegen kramp van vrouwen en voor een voorspoedige verlossing. St. Margriet is een lotdag: „Regen op sinte Margriet, dan blijft die nog 40 dagen of niet” (vanaf 20/7).

St. Maurus, tegen rugpijn, reuma, jicht en hoofdpijn.

St. Mathijs (24 febr.), lotdag: „Sinte Mathijs breekt 't ijs” en: „Te Sinte Mathijs bouwt men een huis op het ijs van stenen muren”; maar ’t zal niet lange duren”.

H. Melchior, een van de driekoningen, eerste letter met die van Balthazar en Caspar afweerteken op huis.

St. Michael, brengt de zielen naar het paradijs en weegt ze. Op die dag leggen ze wittebrood onder het hoofdkussen van kinderen. De Michaelbloem is naar hem genoemd.

St. Nicolaas, kinderheilige, die van alles kan: over daken rijden, door schoorstenen geschenken „rijden”, met behulp van zijn zwarte Pietermannen met hun zak en roe. Nicolaasplaatsen zijn Helvoirt (Sinterclaesstock) enValkenswaard.

St. Nicolaas van Tolentijn, Sint Nicolaasbroodjes zijn goed tegen te vroeg kalveren en tegen vallende ziekte (Augustijnenkerk Eindhoven). St. Oei, in Best is een St. Oelsput met geneeskrachtig water.

St. Oelbert, tegen hoofdpijn; hij zou onschuldig onthoofd zijn; zijn lichaam droeg zelf het hoofd naar de kapel. Vereerd in Oosterhout.

St. Ontcommer, uit Steenbergen, tegen vallende ziekte, zenuwkwalen, stuipen (dan kuikens offeren) en altijd aanroepen in kommervolle omstandigheden (ontkommer). Ook vereerd in Waalre.

Sint Patie, Sint Patiepoeder is een wondermiddel; wanneer dat in een kopje koffie gestrooid wordt krijgt men hulp van de drinker; als men het op een mes, waarmee een moord is gepleegd, strooit krijgt de moordenaar zo’n pijn, dat hij zich wel aangeven moet.

St. Pancratius (12 mei), een van de ijsheiligen; guur en koud weer.

St. Paulus, tegen gevaarlijke wonden van paarden.

St. Pieter, aanroepen voor mooi weer, en tegen lamheid, beenziekte, ’t Is ook een lotdag.' „Is St. Pieter helder en klaar, dan wordt ’t een goed bijenjaar.” En het beeld van St. Pieter moet men als bij ongeluk in het water gooien; dan kan er veel vis gevangen worden.

Er zijn St. Pietersvuren; Sint Pieterskoeken; er is een St. Pietersbloem, -kruid; -pluimpje, -lelie en -hout.

St. Quintinus, voor drachtige merries; het veulen moet dan aan de kerk geschonken worden; tenminste dat beloven en weer afkopen. Ook tegen waterzucht ook bij mensen. Men moet dan de kous vol graan offeren en die kous moet net zo zwaar zijn als het zere been weegt.

St. Quirinus, tegen oor-en oogziekten; water uit putje, Halsteren is er prima voor. Ook graan offeren.

St. Renalde, tegen lamheid en zweren.

St. Roza, (vanwege de naam) tegen roos.

St. Rochus, tegen besmettelijke ziekten en zweren.

St. Salvator, tegen veeziekte; bekende bedevaartplaats is Hakendover met zijn paardenprocessies; De grote dertiende loopt van Grunde naar Hakendover; de kleine dertiende in de kerk en om de processie.

St. Servaas (13 mei), Servatius is een ijsheilige; guur en koud weer. Wordt aangeroepen tegen beenderziekte en wanneer varkens slap op de poten staan.

St. Stefanus, beschermer van paarden. Stevenskruid is een soort toverkruid.

St. Urbanus, het beeld van Urbanus in het water dompelen als men regen wil krijgen.

St. Valentijn, zeg: „Valteen”, tegen vallende ziekte (vanwege zijn naam); er is een valentijnput in Westerhoven.

St. Viveborne, tegen oogpijn, uitslag, maagpijn en haarworm (= St. Genoveva). Wordt aangeroepen tegen kinderziekten en haarworm. Haarspelden offeren; in Oplinter is er een bron voor paarden en verder tegen brand, huid- en oogziekten.

St. Wilgefortis (St. Ontcommer), meisjes moeten in Saint Juliennes Combes (Frankrijk) de kouseband van het linkerbeen op het kruis in de kerk hangen, dan krijgen ze spoedig een man, waar ze om vragen. Wordt vereerd in Waalre. St. Willibrordus, de putten waar St. Willibrordus gedoopt zou hebben, zouden geneeskrachtig water bevatten, zoals die van Oss, Diessen, Deurne, Bakel, Asten, Maarheeze.

Bron: Anton van Oirschot in: Zo bijgelovig bent u, 1970.