Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

BIJGELOOF ROND DE DOOD

betekenis & definitie

De mens is altijd bang geweest van de dood. Men kan niet voorzichtig genoeg zijn voor de nabestaanden.

Een stervende werd op stro, dat de geesten weert, gelegd en liefst onder het open raam. En alle etenswaren, kledingstukken moeten uit de ziekenkamer; het graan en de tabaksplanten moeten van de zolder af. En als de dood dan gekomen is moeten eerst de ogen gesloten worden. Daaruit verlaat de ziel het lichaam en zij mag er niet in terugkomen. Want zolang de ogen van een dode open of half open liggen wacht hij op een ander in hetzelfde huis. Niemand mag slapen wanneer er iemand sterft. De ziel van de slaper zou anders meegenomen kunnen worden.Ook de dieren in huis en op stal worden wakker gemaakt. De ziel gaat uit het lichaam via het oog, zegt de een. In de vorm van een muis. weet een ander; in de gedaante van een spin, beweert een derde; of een ander klein dier. Ook wel als adem. Als nevel. Als een wolkje of een vonk.

Wanneer er een dode in huis is betekent dat, dat er gevaar is voor de andere huisgenoten. Ze mogen geen werk meer doen. Dat is de taak van de buren.

De overledene krijgt een doodshemd aan. De naald waarmee dat om de dode heen is vastgenaaid, is voortaan gevaarlijk. Die moet in stukjes mee de kist in of in het vuur geworpen worden. Wanneer het doodshemd op een zondag is gemaakt kan iemand niet dood zolang hij deze aan heeft. Maar er staan voor de naaister zware straffen op; dat staat in de hemelbrief, die vanuit de hemel neergekomen is in Jeruzalem of in Rome.

Men kan het beste wat druppels van een gewijde kaars op de bodem van de doodskist laten vallen.

De dode moet ’s nachts worden bewaakt; beschermd tegen geesten. Vandaar dat hij op stro wordt gelegd; dat heeft geestwerende kracht. En de familie trekt rouwkleren aan. waarmee men zich aanvankelijk onherkenbaar wilde maken, want de geest van de dode is de nabestaanden nooit welgezind.

Van het huis moeten de luiken dicht; de spiegel moet omgedraaid worden; de klok moet worden stilgezet.

Al het water en de melk in huis moet weggegoten worden. Daarin zou de geest zich hebben kunnen baden.

Wanneer het een mooie dode is, zal er spoedig weer iemand van de verwanten worden gehaald. En helemaal zeker wanneer er tevoren iemand groene kleding heeft gedragen.

De dood moet worden aangezegd. Aan de buren, maar ook aan het vee.

Voor het huis wordt het strooike gezet, strobosjes onder vijf stenen voor gehuwden; onder drie stenen voor ongehuwden en een steen voor een kind.

En dan volgt de begrafenis. Het lijk moet met de voeten vooruit het huis worden uitgedragen; dan ziet de geest de deur niet meer; dan kan zij niet meer terugkomen. Nog zekerder is men daarvan wanneer het lijk zoals dat vroeger wel eens gebeurde onder de drempel door werd gehaald. De drempel is waarschijnlijk de verblijfplaats van de zielen. Er is tenminste verondersteld, dat de doden vroeger voor de drempel begraven werden. Daarom wordt ook de bruid over de drempel gedragen en springen anderen over de drempel heen om de geesten niet te storen.

Men kan er ook, zoals in Hooge Mierde het geval was, een stok met een rode lap op leggen. Rood is de toverkleur. Dan gebeurt er ook niets fout.

De lijkwagen moet door twee paarden worden getrokken. Er mag geen drachtige merrie bij zijn, want dan zou het veulen worden afgezet. De lijkwagen mag onderweg niet stilstaan, want bij wie dat gebeurt volgt een sterfgeval.

Men kan de paarden, die de lijkwagen moeten trekken, dit het beste een dag tevoren in het oor fluisteren.

De voorwerpen, die de dode heeft aangeraakt, moet,en worden verbrand; op de plek waar de kist heeft gestaan moet gerst worden gestrooid.

En ook op weg naar het kerkhof kan men tegen de geest stro strooien, zodat die de weg niet terug kan vinden. Op de terugweg wordt het stro weggehaald of aan de kant geveegd.

De stoet moet dan nog driemaal om het kerkhof trekken een magische kring voordat de dode in het graf wordt neergelaten.

En wanneer men van de begrafenis is teruggekeerd mag men niet door de hoofddeur naar binnengaan. Elders gaan de mannen een voor een snel weg en allemaal een andere kant uit. Er wordt ook wel water op de weg gegooid. En op de kruiswegen plaatst men kruisjes van stro, zodat de geest er niet over kan.

Er heerst angst rond de dood. Maar het kerkhofzand, de aarde rond de graven, heeft bijzondere kracht. Wanneer het vee bijvoorbeeld door de kwade hand is geraakt, dan moet de vrouw gaan wateren op het kerkhof en een handvol aarde meenemen; onder de poten van de koe moet de vloer opengebroken worden en van het kerkhofzand moet een kruis worden gelegd. De aarde van het graf van de laatst overledene in de familie, dat ’s nachts om 12 uur door drie man is gehaald, is ook waardevol om iemand vrij te krijgen van militaire dienst.

Het is allemaal bijgeloof; evengoed als de hand van het kind, dat uit het graf groeit omdat het zijn ouders heeft geslagen...

Bron: Anton van Oirschot in: Zo bijgelovig bent u, 1970.