Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

TJONGER

betekenis & definitie

(Fr. vorm voor Nederlandse Kuinder) Vaarwater van Schoterzijl naar de Opsterlandse Compagnonsvaart W. van Oosterwolde. Vroeger een riviertje, toen één geheel met de beekjes Boom-F. en Grootdiep, N. van Oosterwolde.

Het deel tussen de Pier Christiaansloot en Opsterlandse Compagnonsvaart werd 1886-88 verbeterd. In de T., in beheer bij de prov., liggen drie schutsluizen, diepte 1,7-2 m; belangrijk afwateringskanaal. Plannen tot opmaling van water naar de bovenpanden en naar de Opsterlandse Compagnonsvaart (beneden Oosterwolde) zijn in uitvoering. De benedenloop van de T. heet meest Kuinder.

Zie: Schönfeld, Waternamen, 92-93.

Tjongervallei Noordzijde. Boezemwaterschap in Ooststellingwerf en Heerenveen. Opgericht in 1893 (opp. 2300 ha).

Het waterschap verzorgt de afvloeiing (vroeger soms ook de bevloeiing) van het stroomgebied van de T. aan de noordzijde, tussen de Opsterlandse Compagnonsvaart en Sluis i, door waterlossingen en duikers op en uit de T. Het veel kleinere waterschap de T.-vallei zuidzijde heeft naast de waterschappen Hanswetering en Kuinder een zelfde taak voor een deel van het stroomgebied aan de zuidzijde. De natuurlijke afwatering en bevloeiing voldoen niet meer aan de moderne eisen.

Tjongerwallen. Bij de kanalisatie van de T. tegen 1900 ontstonden langs dit kanaal hoge zand- en leemwallen.

Een drietal restanten hiervan ten noorden van Makkinga zijn eigendom van It Fr. Gea. Ze hebben spontane bosopslag met kruidenflora, o.a. anemonen; ze zijn landschappelijk van betekenis.

< >