Opvoeren van de slootwaterstand in een polder door uit het buitenwater met een O.s-installatie water in de polder te brengen.
O. dient dus allereerst om in de zomer voldoende water in de sloten te houden voor drinkwater voor het vee en voor veekering. Ligt de polder diep genoeg, dan is het mogelijk door inlaten van water (bijv. uit de Fr. Boezem) de sloten op peil te houden. Ligt de polder niet diep genoeg of wil men de slootwaterstand extra hoog opzetten, dan is O. noodzakelijk.
Ook bevordert O. de watervoorziening van de gewassen; bij verhoging van het slootwater wordt de grondwaterstand hoger of zakt althans niet al te diep weg. De doorlatendheid van de grond moet dan zo groot zijn, dat het water uit de sloten het land binnendringt. In het algemeen is dat niet het geval. Dan moet men dus uit de sloot een infiltratie systeem aanleggen of kunstmatige beregening toepassen.