Alleen in Nederland voorkomend pleziervaartuig met ongestaagde mast en zelfde tuigage als boeier. Lijkt op een Fr. jacht in het klein.
De T. komt in diverse afmetingen voor, is soms bijna rond; bezit geen berghouten, maar wel een typisch breed roer, op de klik waarvan een ‘pauwekop’ is ingesneden. Grootste lengte 4,7, grootste breedte i,7 in, zeiloppervlak 16 m2. Na 1900 sterk in aantal afgenomen; er is echter weer enig leven in de T.-bouw. zie Scheepstypen.