In het waterrijke Frl. zijn vele woorden gebruikt om stromen, grachten enz. aan te geven. De meest bekende zijn: aam, diep, ee, geeuw, graft, leije, meer, rak, ried, rijn, slenk, sloot, vaart, vliet, weg, wetering, wijk, zee.
Ook komen voor: binge, delf, dracht, far, groppe, hoarsa, kuinder, lits, lune. Sommige dorpsnamen zijn uit W. ontstaan, bijv.
Ee, Grouw, Ried, Rien.Zie: Schönfeld, Waternamen.