Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

SPIJS EN DRANK

betekenis & definitie

Zoals elk land, elke streek haast zijn eigen gerechten heeft, heeft ook Frl. die, al is er niet meer de verscheidenheid van vroeger.

Wij weten nog van Dokkumer taai en Sneker boterdrabbelkoeken, maar is Drachtster koek overal bekend of Workumer lange koek? Vroeger kende men o.a. Franeker drabbelkoeken, Makkumer en Surger (anijs)krakelingen, Amelander plattekoeken, Sneker bollen, Dokkumer fluitjes. In deze eeuw is er veel meer uniformiteit gekomen. Toch mogen bepaalde dingen, specialiteiten van de Fr. petiele, worden gememoreerd, bijv. dat Friezen meer thee dan koffie drinken (uitzondering de Wouden). Ook zijn er nog typisch Fr. bakkerswaren: suikerbrood (Fr.: sûkerbôlle), puntbroodje met weinig krenten (stut), kraambol (kreampof), steur, stroopbroodje (sjerpboltsje), kalverpoot (keallepoat), kantkoek (koarstekocke), oud wijf (Aid tviif), soeskrakeling, dûmkes, (Sneker) drabbelkoeken, Oranjekoek, Fr. Deventerkoek ( Reepkoek), Fr. kruidkoek, Zwitsers taartje.

Bij de vaste spijzen moet de meelspijs genoemd worden: potstrou. Ouderwetse mensen gebruiken betrekkelijk weinig groente (zo mogelijk afzonderlijk, liefst niet rauw). De ‘Fr. kaas’ (magere kruidkaas) wordt niet meer gemaakt. Schapekazen worden hier vers, wit en slap gegeten, maar ook wel gedroogd (het drogen gebeurde in kastjes met vliegengaas, 'Opgehangen aan de N. gevel). Pannekoeken in biest gebakken zijn nog bekend, hoewel dit mindert, nu de fabrieken ook de biest aannemen.

Frl. kent weinig speciale dranken meer. Vroeger nuttigde men '‘boerejonges’ (brandewijn met rozijnen) uit mooie zilveren brandewijnkoppen en dronk men ’s winters ‘over ijs’ ‘boerekofje’. Rijst met rozijnen (de rijst steeds in melk gekookt) was rijkeluiseten, getuige het spreekwoord: It libben is net altiten rys mei rezinen, mar ek nolris groat mei krôdde (het leven geeft niet steeds rijst met rozijnen, maar ook wel gort met onkruid). De karnemelk en karnemelksepap behoren vanouds tot het volksvoedsel. Op sommige plaatsen, o.a. Het Bildt, werden kleine haringen in een hoepel in de zon gedroogd (‘sonfisk’).

Zie: W. Dijkstra, Uit Frl.s volksleven i, 394-403; S. Kloosterman, De Fr. petiele (1938); Leeuw. Cour. (17.8.1957).

< >