Nog altijd in grote delen van Frl. een veelgekochte Sint-Nicolaasversnapering. Men onderscheidt ‘taerniantsjes’ (klein T.), de grote T.-poppen (die zeer groot kunnen zijn, zelfs levensgroot) en de T.rokken (de onderhelft van een doorgesneden vrouwenpop).
T. wordt bereid van een soort koekdeeg met speciale kruiden. Om het glimmend te krijgen werd het T. voorheen, als het uit de oven kwam, bestreken met biest; thans doet men dat met melk.
Zeer smakelijk is gember-T. Dokkumer T. was bekend.Zie: I.H. (1936), 247.
Taaiplanken. Vroeger werd er T. in allerlei vorm gebakken. De daarvoor benodigde planken, echte produkten van volkskunst, zijn grotendeels buiten gebruik en bevinden zich in de collecties van Princessehof, Fr. Museum en de oudheidkamers. In de T.planken heeft men oud-heidense symboliek teruggevonden. zie Gebakvormen.
Zie: R. Houwink Hzn., Koekplanken als volkskunst (Assen 1943); Leeuw. Cour. (1.3., 21.6., 12.7.1938; 30.11.1948); N. Rott. Cour. (5.12.1940).