Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

SKELTA

betekenis & definitie

(letterlijk: hij die ‘schuld heet’, d.w.z. verplichting beveelt). Tot na 1200 een ambtenaar van de graaf, voorloper van de grietman, synoniem geacht met frana.

De S. was meer naarmate de graaf zeldzamer verschijnt in de oude delen (land genoemd, later gesplitst in grietenijen) de centrale figuur. Hij leidt de terechtzittingen, vordert straf en executeert het vonnis. Hij moet waakzaam zijn geweest op militair en waterstaatsgebied en tevens de afwezige graaf hebben vervangen, Als het grafelijk gezag in de 12de eeuw af neemt en verdwijnt, worden de delen gesplitst; grietmannen treden op (de eerste in 1242), de S. verdwijnt. De Fr. mansnaam Skelte bewaart de herinnering aan zijn bestaan, zie Schoutenrecht.

Zie: Ph. Heek, Die altfriesische Gerichtsverfassung (Weimar 1894) 36 e.v.; M. P. v. Buijtenen, De grietenij Idaarderadeel (1947), 14, 15;J P Winsemius, Historische ontwikkeling, 30-42.