Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

INQUISITIE

betekenis & definitie

Geloofsonderzoek. In de M.E. instelling tot onderzoek naar en bestraffing van ketterij.

Kerk en staat bestrijden en steunen elkaar daarbij afwisselend.In Frl. trad de I. nauwelijks op, tot Karel v landsheerlijke I. instelde, om met de gewestelijke hoven samen te werken (1522). Opstand tegen de kerk werd nl. als rebellie tegen de staat gezien. Op 14.10.1529 worden Marten van Naerden en Kempo Martena, twee raadsheren uit het Hof van Frl., als ‘geestelijke commissarissen’ aangesteld, inquisiteurs en visitators, alleen verantwoording schuldig aan keizer of landvoogdes. Het Hof trad echter meest zelfstandig op. De stroom der hervorming wies. Na 1550 wordt de I. verscherpt (Sonnius).

De overigens gematigde Herman van Lethmate komt 1555 naar voren, in 1557 zijn opvolger W. Lindanus. Als niet-Friezen worden ze gewantrouwd, zelfs door roomsen, de Staten werken tegen. Vandaar dat Lindanus’ opvolger de Fries Hajo van Wommels wordt (1560). Zeer bloedig is de I. opgetreden tegen de dopersen. zie Doopsgezinden, Martelaars, Wederdopers.

Zie: J. Reitsma, H.J., passim; B. iii (1941), 103-105.