Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

GREIDHOEK

betekenis & definitie

Het westen en zuidwesten van Frl., waar als bedrijfsvorm de veehouderij sterk overheerst. Uitzonderingen hierop zijn 'De Lytse Bouhoeke’ (in het noorden van Wonseradeel) en Gaasterland (bos-, en vroeger meer dan thans: akkerbouw).

De G. is vanouds de streek bij uitstek van de veehouders, veefokkers en koemelkers, maar hij verliest de monopoliepositie langzamerhand door de nieuwe oriëntatie van andere streken. Daar de heersende bedrijfsvorm arbeidsextensief is, lijdt juist het platteland van de G. onder ontvolking; een verschijnsel dat hier niet alleen van de laatste tijd is (Wymbritseradeel had bijv. in 1870 al evenveel inw. als in 1957). -> Landbouwgebieden; zie Sudergoa, Zuidwesthoek.

< >