Het Oudfr. gree( d) komt ook voor als gr ie (Ameland, Terschelling). In de oude oorkonden horen wij van ‘ghers gree ende grond ende den frya aeyndum’ (gras, boven- en ondergrond en de vrije eigendom).
Eigenlijk grond, waarop iets groeit. Er is verwantschap in betekenis met grouw.
G. is grasland. Vroeger onderscheidde men naar het gebruik de finnen (weilanden) en de mieden (hooilanden).
Nu men steeds meer afwisselend weidt en hooit, zijn slechts de namen over.Zie: Fr. Plaknammen I, 36-38.