Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

GO

betekenis & definitie

In oorsprong hetzelfde woord als gouw en ga, alle met de betekenis streek, landstreek (omstreken van een dorp, misschien oorspr. lage, waterrijke streek). Een samenstellend deel in districtsnamen als Oostergo, Westergo, Fivelingo, Hunsingo.

Bij de eerste twee heeft G. een verouderd aech, eiland (nog in Schiermonnikoog), vervangen, bij de laatste twee een uitgang (in) ga, die voor het Fr. ga werd gehouden. Genoemde G.en waren toevallig wel rechtsdistricten, maar niet vroegere Frankische gouwen (pagi, graafschappen) zoals wel gedacht is.

De naam voor deze Fr. districten was in de M.E. land. Tijdens de Republiek zijn de drie G.en: Oostergo, Westergo en Zevenwouden.Zie: Ph. Heck, Die altfriesische Gerichtsverfassung (Weimar 1894), 20 e. v. en 123 e.v.; F. Buitenrust Hettema, Fr. Plaatsnamen, Nomina Geographica Neerlandica iv (Leiden 1899), 28 e.v. en ng e.v.; W. de Vries, Nomina Geographica Neerlandica vil (Leiden 1930), 73; I. H. Gosses, De Organisatie van Bestuur en Rechtspraak in de Landschap Drente (Groningen-Batavia 1941), 11-17.

Gowapen. Wapen van een G. In Frl. al oud. Het G.-wapen van Westergo al op het zegel van dat landschap van 1313. Het G.-wapen van Oostergo lijkt er op, het sprekende van Zevenwouden is wrsch. jonger: dit landschap vormde zich eerst in de 15de eeuw. Alle drie G.-wapens reeds in het Burmaniaboek (1597), dat van Zevenwouden in afwijkende gedaante ook in de Conscriptio Exulum (1584).

Het kwartier der steden, eerst eind 16de eeuw gevormd, had een wapen, uit dat der elf steden gevormd, o.a. op het bordes der Kanselarij te Lwd. (1621). In de 20ste eeuw zijn door een onbekende ook G.-vlaggen ontworpen, van Oostergo en Westergo volgens het wapen, van Zevenwouden met zeven groene en acht witte blokken, dus in de wapenkleuren. Zie: I.H. xvxi (1935), 87, 115; Geneal. Jierb. (1955), 19.