Wat is de betekenis van nomina?

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nomina

nomina - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord nomen

2024-04-18
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

nomina

benoeming.

2024-04-18
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Nómina

f. personenregister, zaakregister.

2024-04-18
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Nomina

meervoud van nomen (zie ald.); in den handel zooveel als posten: N. activa: inschulden; N. passiva: schulden.