In functie en naam de opvolger van de vroegere atta. Hij was tijdens de Republiek in de dorpen der grietenij niet alleen de plaatselijke vertegenwoordiger van het grietenijbestuur, maar ook en vooral dienstbaar bij de rechtspraak; voor de waterschappen deed hij oproepingen.
Voordien gekozen, werd hij sedert de Saksische Ordonnantie door de grietman benoemd, sedert 1603 uit een voordracht van drie. Ook in de 19de eeuw hier en daar nog aanwezig.Zie: J. S. Theissen, Centraal Gezag en Fr. Vrijheid (Groningen 1907), 64 en 192; C. J. Guibal, Democratie en Oligarchie in Frl. tijdens de Republiek (Assen 1934), 44.