Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

DORPSKERNVORMING

betekenis & definitie

Het tot de buren verheffen van een buurschap in een dorp. De kerkbouw is van overwegende invloed geweest.

De plaats van de kerk bepaalde die van de jaarmarkt en evt. van de rechterstoel en dus de plaats van de herberg (evt. tegelijk rechthuis) en van de ‘neringdoenden’, die de ‘verzorgende’ functie van de buren accentueren. Kerkbouw leidde niet immer tot D. (bijv.

Wester Nijkerk) en vooral in streekdorpen valt soms nauwelijks een ‘kerkeburen’ te herkennen (bijv. Katlijk, Schurega en Oudbeets).

D. of verschuiving van de kern kan samenhangen met de oriëntering op een weg (bijv. Duurswoude) of op een vaart (bijv.

Winsum, waar twee ‘buorrens’ ontstonden, en Oosterwierum, waar men zelfs de kerk naar de nieuwe kern verplaatste, evenals in Drachten, waar de beide oorspronkelijke dorpen tot geringe buurschappen degradeerden), hetgeen vaak een gevolg was van verveningen (bijv. Jubbega en Oostermeer, waar de kern van het Hoogzand naar de Snakkerburen werd verplaatst, zonder dat de sindsdien herbouwde kerk volgde).

Vele van de arbeidersdorpen kunnen niet op een duidelijke dorpskern bogen, hetgeen hun ontwikkeling belemmert (bijv. Harkema-Opeinde en de Tieke). zie Kerkbouw, Nederzettingsvormen.