Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

DING

betekenis & definitie

(Oudfr.: thing). Volksvergadering voor rechtspraak en wetgeving in vroege en hoge M.E., eerst in de open lucht.

Het Oudfr. recht onderscheidde de 'echte D.en’ (‘afta thing’, of ‘liodthing’ (volks-D.)), driemaal per jaar gehouden o.l.v. de skelta, waar alle vrijen moesten komen, en het door de graaf of diens vertegenwoordiger geleide ‘bodthing’, eens in de vier jaar, dat gevolgd kon worden door het ‘fimelthing’. De functie van dit laatste is onzeker.

Behalve deze D.en waren er extra-zittingen voor spoedeisende gevallen (bijv. ernstige misdrijven). Deze verdringen in de latere M.E. de oorspr.

Vaste D.en.Dingtaal. Formulier, dat in de Germaanse mondelinge procedure op straffe van verlies van de zaak door partijen of hun taalmans (procesvertegenwoordigers) woordelijk, zonder verspreken of haperen moest worden gezegd. De Oudfr. D.-talen zijn dialogen tussen partijen, skelta en asega. Enkele belangrijke D.-talen staan in het jonge Schoutenrecht; het Jus Municipale bevat een afzonderlijke -D.-taal voor een aanklacht wegens doodslag.