Synoniemen zoeken
Synoniem van ding
Synoniem van 'n ander trefwoord
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Ding
Ding is de algemeene benaming van al wat bestaat, geschiedt, gedaan of gezegd wordt, bij voorkeur zegt men het van hetgeen levenloos is. Voorwerp noemt men iets wat voor ons oog duidelijk begrensd is, wat eene plaats in de ruimte inneemt, hetzij dit leven heeft of niet. Zaak noemt men de (wezenlijk of denkbeeldig) bestaande dingen, voor zoover zij met ons in betrekking staan, verder ook handelingen en toestanden. Tusschen zaak en ding bestaat in de taal van het dagelijksch leven weinig onderscheid. Ding is hierin meer in gebruik dan zaak.
De uitbreiding der Russische macht in het Oosten is eene zaak, die meer dan één Europeesch kabinet de levendigste bezorgdheid inboezemt. Boomen, planten, schapen, runderen zijn dingen, wanneer zij geheel op zich zelf beschouwd worden. Heeft men echter hunne beteekenis voor den mensch op het oog, dan laten zij zich met den naam van zaken bestempelen. Eene der nuttigste zaken, die Amerika heeft opgeleverd, is de quinine. De merinos zijn voor Spanje eene zaak van groot gewicht. De namen schepsel en wezen hebben uitsluitend betrekking op menschen en dieren. Schepsel is eigenlijk alles wat geschapen is. Wezen ziet meer op de eigenaardige wijze van zijn, van bestaan, waardoor dingen van eene bepaalde soort zich van dingen van andere soorten onderscheiden. De wezens onderscheidt men in redelijke en redelooze, menschelijke en dierlijke, hoogere en lagere, enz. De groot¬heid en de macht des Scheppers is zichtbaar in al zijne schepselen. Het Opperwezen.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
ding
ding - zelfstandig naamwoord
1. iets wat je kunt aanraken, wat meestal niet leeft en niet al te groot is
♢ een lamp is een ding, een lam en een gebouw niet
2. een zaak, proces of persoon waarover men kan spreken of denken
♢ er is nog één ding waar we over moeten praten
Algemene uitdrukkingen:
1. ik heb er een lief ding voor over
[ik heb er veel voor over]
2. een lekker ding
[een aantrekkelijke man of vrouw]
3. de dingen bij hun naam noemen
[precies zeggen hoe je erover denkt]
4. de dingen nemen zoals ze zijn
[met alle gebreken en fouten die erbij horen]
Zelfstandig naamwoord: ding
het ding
de dingen
het dingetje
Synoniemen
object, voorwerp