(patriotten, ‘kezen’). De partij der middenklasse (ook der dissenters, mennisten bijv.) en der ‘vaderlandslievende’ jonge regenten, die zich in de 18de eeuw verzette tegen de misbruiken (kuiperij, toerbeurten, premiers) en betere verkiezingen vroeg.
De D., die vooral naar Frankrijk keken, gingen eerst samen met de aristocraten, tegen de prinsgezinden of Oranjeklanten (adel, hofbeambten, lagere volksklasse), maar op den duur (1785) kwam er een scheiding. De aristocraten konden niet dulden dat deD. zich met de magistraatsbestelling gingen bemoeien en zagen in de exercitiegenootschappen en burgersociëteiten een gevaar. C. L. v. Beyma werd leider der D. Uit hun midden ontstond in 1787 de Franeker tegenregering. Na 1795 kwam zij naar voren, zie Franse tijd.