Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

REGENTEN

betekenis & definitie

Allerlei regeerders, o.a. van gast- en weeshuizen. Verder een college van zes bestuurders van FrL, ingesteld 1504, weldra met het overste recht versmolten.

Tijdens de Republiek een gesloten kring van edelen en patriciërs, waarin anderen moeilijk doordrongen. Zij speelden elkaar de ambten toe door kuiperij, almanakken en ambtenverkoop, zie Aristocraten, Oligarchie, Stemrecht.