Edel geslacht uit Baarderadeel, uitgestorven 1650-1700. Belangrijkste leden Juw en zijn kleinzoon Peter, jurist (f 1568), raad in het Hof 1538, medeoprichter der D.-, Cuyck- en Foeytscompagnie, die de venen in Schoterland ontgon, zie Compagnie.
Zie: Stb. 1, 88; II, 56; v. d. Aa iv, 31-32; N.B.W. ix, 197; Sminia, Naamlijst, 93,190, 222, 224; Andreae, Nalezing, 35, 70, 79; Vr.
F. vu (1853), 257, 379; V.A. (1895), 71; Leeuw. Cour. (29.9.1902); Repert., 236.—, Juw, hoveling te Baard (1449/50-24.10.1523). Schieringer, in 1494 als potestaat gekozen, riep in 1498 Albrecht van Saksen in het land, raadsheer in het Hof (1500) en grietman van Baarderadeel (1510). Zie: N.B.W. IX, 197; Vr. F. VII (1853), 257-273.
Dekama-state. Eertijds adellijke state in Jelsum, heette resp. Fetsa-, Camstra-, D.-State, is sinds tweede helft 18de eeuw in bezit van het geslacht Van Wageningen. In 1814 werd het gebouw van de tweede verdieping beroofd, en van state landhuis, omsloten door de oorspr. gracht met rondom de hoven, een voor Frl. unieke situatie. Sporen der middeleeuwse state zijn aanwezig (Tudor-bogen). Huisarchief met collectie Fr. familieportretten, particulier museum (niet te bezichtigen).
Zie: Noorderland in, 3-14.