(afkondigingen en vergunningen). Vereiste voor eigendomsoverdracht van onroerend goed, geregeld in koopcontracten vermeld.
Het ‘te bode stellen’ was vereist om niaer mogelijk te maken; de verkoop werd drie maal in de dorpskerk afgekondigd, waarna de grietman een ferdban op het goed verleende. Buitengerechtelijke aantasting was daarna niet meer mogelijk.
Consenten zijn door de Saksische hertogen ingevoerd. Zij eisten voor hun toestemming tot overdracht van alle verkochte goederen de 56ste penning.
Consenten werden door de grietman (kleine consenten, beneden bepaald bedrag) of door het Hof (grote consenten) verleend. Het te bode stellen werd opgetekend in de zgn. proclamatieboeken, de consentverlening in de (groot- en klein-) consentboeken.Zie: J. L. Bems, De archieven van het Hof Provinciaal en van de gerechte der grietenijen, steden, districten, eilanden en hoogeschool van Frl. (1919).
