Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

BEZETTINGSTIJD

betekenis & definitie

In Frl. 15.5.1940-18.4.1945. Mei 1940-mei 1943.

Het eenhoofdige gezag van Beauftragter Werner Ross vervangt de weldra geschorste vertegenwoordigende lichamen. De uittocht van mankracht, goederen, zuivel, vee, paarden naar Duitsland begint, in schijn vrijwillig.

Na opheffing van vakbonden e.d. wordt gepoogd de leden via Nederlands Arbeidsfront, Landstand e.d. in nationaal-socialistisch vaarwater te brengen. De kerken werden gehinderd door censuur op gesproken en geschreven woord (spionage door Sicherheitsdienst); kerkelijke e.a. liefdadigheid trachtte men over te hevelen naar de Winterhulp.

Alles zonder veel succes: het politieke contact leefde ondergronds voort; kerkelijk verenigingsleven werd kerkelijk ingelast en bleef zo buiten het Commissariaat voor niet-commerciële verenigingen en stichtingen; de jeugd bleek vrijwel immuun; schoolbesturen hielden het been stijf. Dienstverplichting, arbeid in Duitsland, sterker jodenvervolging leidden december ’42 tot provinciale organisatie van de hulp aan onderduikers (L.O.).

Een knokploeg (K.P.) had okt. ’42 al duizenden bonkaarten in Joure en Wommels geroofd. Na de Londense oproep om al wat de Duitse oorlogvoering steunen kon te weigeren, het protest der kerken tegen de slavenjacht (februari 1943), de verdediging der artsen van hun beroepsethiek volgt in mrt-apr. oprichting van de Fr. afdeling van het nationaal comité (N.C.), waarin verenigd L.O., K.P. en N.S.F. (nationaal steunfonds voor verzet en L.O.), en beroepsverzet (boeren, ambtenaren enz.).Mei 1943-sept. 1944 De proclamatie van nieuwe krijgsgevangenschap voor oud-militairen 29,4.1943 bracht de massale meistaking van vrijdag 30.4.-woensdag 5.5.43. Bij fusillades en schietpartijen vielen 19 man. Na de oproep der zgn. jaarklassen 1920-24 verdween 27.6 te Lwd. de registratie daarvan, evenals distributiebescheiden en bevolkingsregisters te Langweer, Pingjum, Temaard, Sint-Annaparochie, Bergum, Workum, Sneek. Verraad en arrestaties (Drachten, Sexbierum, Joure, Bolsward, Koudum, Dokkum) en een inval bij de Leeuwarder K.P. 15.7.1944 dwongen telkens tot hergroepering; toch kregen onderduikers in de L.O. districten (Lwd., Drachten, Dokkum, Sneek, Stiens) tot het eind geregeld hulp en bonnen; de illegale pers hield de verzetsgeest wakker. Ook ca. 245 geallieerde piloten werden verborgen of weggebracht.

Sept. 1944-april 1945. Invasie 6.6.1944, geallieerde opmars, spoorwegstaking veranderden de situatie. Door de nieuwe frontlijn was het voedingsgebied der Wehrmacht veel kleiner; daardoor scherper controle op de voorraden in het noorden: geen zuivel en vlees meer naar Holland. Men hielp dus tersluiks. Elders verdreven politietroepen (Sicherheitspolizei) en S.D. kwamen in Frl. Bijzonder gehaat door terreur en folteringen waren de ‘Rexisten’ te Lwd. en Heerenveen.

De O.D. (ordedienst), ondergrondse militaire organisatie ter handhaving van orde bij eventueel gezagsluchtledig en de K.P. kwamen 1.12.44 tot volledige samenwerking als Binnenlandse Strijdkrachten (B.S.) In de ‘hongerwinter’ werden 2750 man uitgerust met wat in 22 porties ge'dropt’ was, en geoefend onder zware omstandigheden: represailles op rail- en wegsabotage e.d. Ondanks gevaarlijk verraad en arrestaties (Heerenveen, Dokkum, Tjerkwerd, Makkum, Lwd.) kon de B.S. tactische steun geven aan het tweede Canadese leger onder generaal Crerar, dat 18 apr. bij Makkum de kust bereikte, waarmee de Fr. vastewal ontzet was. De eilanden waren 12.6.1945 vrij. Door verzetswerk kwamen 289 personen om. Het aantal oorlogsslachtoffers, onder wie ca. 800 joden, was veel hoger. Y., Y. N.

Zie: P. J, Bouman, De april-meistakingen van 1943; Het Grote Gebod, Gedenkboek van L.O.-L. K.P.; P. Wybenga, Kort overzicht van het verzet in Frl. (1945); Y. N. Ypma, Frl.

A.D. 1940-45 (1953). Romans over de B. o.a. van A. Brouwer en J. P. Wiersma, een novelle van Sj. Leiker.

Hulp aan joden. Ongelofelijk veel joden verschenen in soms nietige Fr. dorpen na de bevrijding ‘op ’e dyk’. (Echten, Nijehome a.d. Vaart werden Klein-Palestina genoemd). Goede Fr. eigenschappen uitten zich in deze vorm van verzet, die niet weinigen het leven gekost heeft. Na 10.5.1940 werd het grootste deel der ruim 700, in Lwd. gestrande, Duits-joodse vluchtelingen uit Westerbork opgenomen en verzorgd, meest in arbeidersgezinnen, die zelfs na de terugkeer naar Westerbork hun leed trachtten te verzachten. Ook overigens kwam ‘Fryslân oerein’.

Het gem. bestuur van Lwd. stichtte voor joodse kinderen, zodra hun de toegang tot de scholen ontzegd werd, een lagere school en een lyceum voor heel Frl. Aan dit college is ook te danken dat de Grote Synagoge vrijwel ongerept bleef. Het archief der joodse gem. en een deel der wetsrollen lag in het rijksarchief, de rest bij particulieren in Berlikum. In Harlingen nam een boer de wetsrollen onder het hooi, een ander de kerksieraden. In de onbeheerde Synagoge te Gorredijk was niets aangeroerd. Een gedenkplaat (1956) herinnert ter plaatse aan de joodse ingezetenen.

Ook in Frl. zijn joden opgejaagd, verraden en overgeleverd. De balans slaat echter door naar de positieve kant.