Naam van twee geslachten; samenhang staat niet vast. Het edele geslacht B. of Beijem te Arum (uitgestorven 17de eeuw) stamt af van Lieuwe Sjoerds (gesneuveld 1313); het latere van boeren in de Vlieterpen.
Hieronder Julius (1539-98), Coert B. (1681-1748) trouwde Catherina van Gemmenich thoe Kingma, erfde Kingmastate te Sweins, nageslacht Van B. thoe Kingma 1842 geadeld. De nog levende Van B. thoe Kingma’s (veelal buiten Frl.) stammen af van jhr.
Frederik Hessel. De tak van Petrus Johannes van B. (1783-1830), liet 'thoe Kingma’ weg, geadeld (1842), nog in en buiten Frl.Zie: Stb. 1, 23; II, 31; Ned. Adelsboek (1940), 272; (1954), 195; Sminia, Naamlijst (1816-51), 22-23; v. d. Aa 11,155-156; N.B.W. III, 115; VIII, 102-104.
—, Coert Lambertus van, politicus (Harlingen 5.2. 1753-Dronrijp 7.9.1820). Promoveert na studie te Franeker, Leiden, en weer Franeker, aldaar 1780. Volmacht der Staten 1776-87, secretaris van W.Dongeradeel 1780. Eerst medestander der aristocraten (strijd tegen de quoten), later hun felle bestrijder; ten slotte leider der democraten, hoofd der Franeker tegenregering 1787. Vlucht na de komst der Pruisen via Holland naar St.-Omer, raakt door strijd met J. Valckenaer in de gevangenis. Terug in Holland 1795, lid nationale vergadering; weer gevangen 1798. Terug naar Friesland; advocaat-fiscaal van de konvooi- en licentgelden tot 1806, nog Statenlid 181720. Fel, maar eerlijk man, gaf het verzet der Fr. democraten vorm. zie Burgersociëteiten. Exercitiegenootschappen.
Zie: W. W. v. d. Meulen, C. L. v. B. (1894); N.B.W. vin, 94-101; Bijdr. Vad.
Gesch. (1932); Reg. Leeuw. Cour., 28; Repert., 228.
—, Eduard Marius van, politicus (Harlingen 6.6. 1755-Sweins 6.8.1825). Broer van C. L. v. B.; gematigder. Raakt 1787 ambteloos, maar vlucht niet. Lid Driemanschap 1795 (met D. Fockema en Th. Joha), daarna ook na 1801 steeds in ambten, maar federalist, waaruit conflict met zijn broer volgt. Grietman van Franekeradeel 1816.
Zie: N.B.W. VIII, l0l, 102.
—, jhr. Egidius Daniël van (Sweins 12.4.1811Weidum 1.12.1894). Landedelman, burgemeester van Baarderadeel, voorzitter Fr. Mij. van Landbouw 1855-75.
Zie: Spahr van der Hoek, Fr. landb. II, 490.
—, Julius van, jurist (Dokkum 1539-Lwd. 15.8. 1598). Advocaat bij het Hof te Lwd., juridisch hoogl. te Wittenberg (ca. 1570), Leiden (1581) en Franeker (1596-97). Raadsheer bij het Hof te Lwd.
Zie: Boeles I, 2de dl., 66.
—, jhr. Julius Matthijs van, jurist (Delft 28.11.1877Lwd. 8.6.1944). Burgemeester van Engwirden (1910), Leeuwarderadeel (1914) en Lwd. (1918); door de Duitsers afgezet.
Zie: Leeuw. Cour. (28.10.1918; 8.6.1944).
— THOE KINGMA, jhr. Coert Lambertus van, jurist (Workum 18.2.1808-Lemmer 15.5.1882). Burgemeester van Lemsterland, landontginner, voorzitter Fr. Mij. v. Landbouw 1876-82.
Zie: Spahr van der Hoek, Fr. landb. II, 491.
— THOE KINGMA, jhr. Frederik Hessel van, jurist (Workum 7.8.1818-Heerenveen 3.2.1899). Advocaat te Heerenveen, secretaris, in 1851 burgemeester van Engwirden; schoolopziener zesde district; liberaal lid Prov. Staten, actief voor het onderwijs en de verheffing van de onderwijzersstand. Medeoprichter Volksonderwijs in 1866.
Zie: N.B.W. III, 115-116; Eigen Haard (1899), 148.
— THOE KINGMA, jhr. Sybrand Willem Hendrik Adriaan van, jurist (Workum 21.10.1812-Lwd. 9.8. 1877). Advocaat, president rechtbank Lwd.; 1853 en 1859-63 lid Prov. Staten van Frl., 1863 -73 liberaal lid Tweede Kamer voor district Dokkum.
Zie: N.B.W. VIII, 104; Wumkes, Paden IV, 618.