Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

APOCRIEFE GESCHIEDSCHRIJVING

betekenis & definitie

In de 15de eeuw leeft in West-Europa het streven, eigen volk achtergrond en doel te geven door middel van een glorierijke geschiedenis, die zonder veel onderbreking aanwijsbaar zou moeten zijn van den beginne af. Gewoonlijk ontbrak de stof hiertoe.

Dus werden heel wat quasi-oude kronieken gefantaseerd. In Frl. was dit de kroniek van Ocko Scharlensis, zgn. door Andreas Cornelius bewaard en vervolgd.

Deze kroniek werd de basis van een hardnekkig voortwoekerend genre. Waardoor? a.

Suffridus Petrus trachtte deze kroniek een wetenschappelijke schijn te geven; b. in Frl. leefde al vroeg (in de M.E.) en hevig een gevoel van het eigene (2 Nationalisme); c. de kroniek sloot aan bij de traditie uit de M.E.: de tijd van Karel de Grote was de goede oude tijd.Ubbo Emmius ontzenuwde de pogingen van Suffridus Petrus; zijn kritische methode vond aanhang. Sinds de 17de eeuw wordt men echter sceptisch t.a.v. het geschrevene en de mondelinge overlevering stijgt in koers. De romantiek voert deze stemming op tot geestdrift, zodat de 19de eeuw er nog mee te maken krijgt, bijv. J. H. Halbertsma.

De merendeels adellijke Gedep. Staten om 1600 beschermen het genre Van hun landsgeschiedschrijvers bijv. Furmerius en Winsemius verwachten zij (ook historisch) vermeerdering van roem van Friesland (en van hun voorvaders). De kritische Emmius was hun man niet. zie Vrijheid.

Zie: E. H. Waterbolk, Twee eeuwen Fr. Geschiedschrijving (Groningen-Djakarta, 1952).