Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Gepubliceerd op 02-10-2020

Bischoff

betekenis & definitie

Manufacturen- en textielhandel te Zaandam, opgericht in 1895, verdwenen in 1980.

Bischoff, in de jaren voor en na de Tweede Wereldoorlog een uitgebreide winkelketen, werd begonnen in 1895, toen Willem Bischoff een kleine manufacturenhandel begon op de hoek van de Stationsstraat en de Westzijde te Zaandam. Op dezelfde plaats werd in 1905 begonnen met de bouw van een monumentaal winkelpand. Het assortiment aanvankelijk uitsluitend bestaand uit metergoed, gemaakte waren (zoals mantels) en manufacturen werd hierna aanzienlijk uitgebreid. Bischoff werd een textielhandel in de ruimste zin des woords, met manufacturen, woningtextiel en heren- en damesconfectie. Na een periode van gestage groei had het bedrijf naast de Zaandamse vestiging in totaal vijftien filialen in het land.

Na de oorlog werd het Zaandamse bedrijfspand ingrijpend verbouwd; het kreeg onder andere een nieuwe luifel en zogenaamde ‘etalage eilanden’. In het Zaandamse bedrijf werkten toen circa honderd mensen, ook al doordat de inkoopafdeling en de afdeling voorraadbeheer hier waren gevestigd. In het bedrijfspand waren ook aparte ruimtes voor inwonend personeel.

Omstreeks 1970 begon de achteruitgang voor Bischoff. Fusie met (of overname door) de textielconcerns Gerzon en Schröder wist het bedrijf te voorkomen. Bischoff kon zelfstandig door blijven gaan, maar kromp in. Filialen en activiteiten werden afgestoten. Eind 1971 stopte Bischoff met de verkoop van dames- en herenconfectie, en specialiseerde het bedrijf zich in woninginrichting. In 1978 vertrok Bischoff uit het bedrijfspand op de hoek van de Stationsstraat naar een veel kleiner pand aan de Gedempte Gracht; het oude pand werd verhuurd aan Kwantum-hallen.

Deze overgang bracht het bedrijf nog een korte periode van bloei. Het gespecialiseerde assortiment van tapijt en gordijnen sloeg aan, en winkels met een soortgelijk assortiment werden geopend in Purmerend, Zwolle en Hoorn, steden waar op dat moment veel nieuwe woningen werden gebouwd. Het instorten van de bouwmarkt in 1980 betekende ook het einde van Bischoff, ofschoon de zaak in Hoorn nog enige tijd zelfstandig door de bedrijfsleider werd voortgezet. Bischoff bestaat thans (1989) nog uitsluitend als vastgoedmaatschappij.

Biscuitfabrieken Bedrijven die zich specialiseren in de produktie van biscuits: droog, bros en daardoor duurzaam klein gebak van tarwebloem met vet, suiker, vanille enzovoort, dat als versnapering wordt gegeten. Biscuits worden in vele smaak- en vormvariëteiten geproduceerd en zijn door de fabrieksmatige vervaardiging goedkoper dan de (banket-)bakkerskoekjes. In de Zaanstreek bestaan nog twee biscuitfabrieken (Koninklijke →Verkade en →Swart-Vicomte, beide te Zaandam), enkele andere zijn verdwenen.

Bij de Kon. Verkade bv is de biscuitproduktie en -verkoop een der pijlers van de huidige bedrijfsvoering. In 1911 de onderneming bestond toen 25 jaar werd in een proeffabriek begonnen met de vervaardiging van twee soorten biscuits: Marie en Petit Beurre. Tevoren had men zich georiënteerd en vakmanschap verworven in Engeland en Schotland, de bakermat van de biscuits. Daar was al in 1826 een eerste biscuitfabriek opgericht.

Toen Verkade met zijn biscuits op de Nederlandse markt kwam, was het produkt hier niet geheel nieuw; revolutionair was echter dat men meteen verpakte merk-biscuits introduceerde. Dat was overigens niet direct een succes, doordat de verpakking maar een beperkte versheid mogelijk maakte. Het heeft vele jaren geduurd vóór er een verpakking kon worden ontwikkeld die aan alle eisen voldeed. Het bedrijf schakelde daarom nog in het introductiejaar over op levering van biscuits in driepondsblikken, waaruit in de winkels los werd verkocht Mede door sortiments-uitbreidingen (de Café Noir werd bijvoorbeeld in 1912 ontwikkeld) steeg de omzet spectaculair: van ƒ 130.000 in 1913 tot anderhalf miljoen in 1918 (marktaandeel toen al 12 %) - en dat nog steeds in de als experiment opgezette proeffabriek.

Pas in 1919 werd een grote en gespecialiseerde biscuitfabriek gebouwd, die in de wandeling steeds ‘Bifa’ werd genoemd. Het was de eerste Verkade-fabriek die niet langs de Zaan maar westelijk van de Westzijde verrees. Na de Tweede Wereldoorlog is deze fabriek door geheel nieuwe en uiterst modern geoutilleerde produktieruimten vervangen. De aanvankelijk nog enigszins ambachtelijke wijze waarop de biscuits werden gebakken maakte plaats voor een geavanceerd systeem, gericht op hoge produktie van de meest constante kwaliteit.

Een succesvolle uitbreiding van het assortiment werd bereikt met de vervaardiging van ‘zoutjes', cracker-achtige biscuits in verschillende pittige smaken, waarmee het bedrijf een verdere versteviging van de marktpositie bereikte. Een eerdere sortiments-uitbreiding was al in 1929 gerealiseerd door de overname van de firma Verhagen-Van Oorschot in 's-Hertogenbosch, een in 1879 opgerichte fabriek met een uitgebreid produktieprogramma. Dit laatste werd geleidelijk gesaneerd en de fabriek in Den Bosch ontwikkelde zich tot een gespecialiseerd bedrijf, geheel gericht op de produktie van wafels in vele soorten. Ook in Weert, Leeuwarden (banket) en Noord-Scharwoude verrezen na de Tweede Wereldoorlog Verkade-vestigingen, de laatste overigens niet als produktiebedrijf maar uitsluitend als verpakkingsafdeling.

In de jaren ’70 liepen de bedrijfsresultaten dramatisch terug, ook in de sector biscuits. Een ingrijpende sanering was noodzakelijk om de uit haar krachten gegroeide onderneming te behouden. Dit leidde, begin jaren ’80, tot sterke inkrimping van het aantal personeelsleden (van bijna 2500 in alle afdelingen gezamenlijk tot minder dan 1000), afstoting van activiteiten (koekfabricage, suikerwerken- en bonbonsvervaardiging), sortiments-inkrimping (bij de biscuits werden befaamde soorten als bijvoorbeeld Lange Vingers, Petit Beurre en Gemberrondjes uit de produktie genomen) en sluiting van de bedrijven in Weert, Leeuwarden en Noord-Scharwoude. Tijdens deze zeer omvangrijke en uiteraard voor vele betrokkenen emotionele sanering heeft Verkade uiterst pragmatisch nieuwe doelstellingen vastgesteld, die na enkele jaren tot rendementsherstel hebben geleid. Bij deze doelstellingen zijn de biscuits en zoutjesfabricage in Zaandam en de wafelproduktie in Den Bosch (naast bijvoorbeeld de chocolade- en beschuitfabricage) gedefinieerd als ook voor de toekomst belangrijke bedrijfsonderdelen met groeimogelijkheden (‘speerpuntenbeleid’). De Verkade-fabrieken produceren thans nog ongeveer 30 soorten biscuits, zoutjes en wafels, waaronder San Francisco, Café Noir, Sultana, Maria, Nizza, Chocomarie, Mockasticks, Dots, Arno, Shuttles enzovoort. Van bijzondere aard is voorts de produktie en wereldwijde levering van ‘overlevings-pakketten’, die in lucht- en waterdichte verpakking aan boord van reddingboten enzovoort worden geplaatst en waarin een speciaal daartoe ontwikkelde soort biscuit is opgenomen.

Swart-Vicomte ontstond in 1974 door samenvoeging van twee voordien afzonderlijke bedrijven. Eén daarvan was een in 1904 door Thijs Swart opgerichte bakkerij, die in 1914 werd uitgebreid en de naam ‘De Twee Trommels’ kreeg. Swart werkte met drie staalbandovens en produceerde meer dan veertig soorten koekjes. Het tweede bedrijf was Vicomte bv te Westzaan, opgericht in 1905 en eigendom van de families Hildering en Van Oostbree. Zij richtten de produktie vooral op ijswafels en een sortiment van ongeveer twintig verschillende gevulde wafels, zoals moccawafels en frou-frou. In de jaren ’60 liep de omzet sterk terug, vooral als gevolg van veranderingen in de ijsconsumptie (het publiek ging de voorkeur geven aan verpakt ijs boven het ‘schepijs’ waarvoor Vicomte de wafels en hoorntjes leverde). Ongeveer tezelfdertijd kampte ook Swart met een dalende omzet.

Van beide bakkerijen waren de aandelen toen al in bezit gekomen van Jan →Schoemaker bv. De aandelen Swart waren in de Tweede Wereldoorlog overgenomen, die van Vicomte in 1956. Doordat Swart in 1974 door een grote brand werd getroffen en beide bedrijven marginale winst boekten, lag reorganisatie door samenvoeging voor de hand. Vicomte werd gesloten en in een nieuw gebouwde fabriek specialiseerde het nieuwe bedrijf Swart-Vicomte zich in de produktie van ‘Lange Vingers’ en Melba-toast. Dit laatste fabrikaat leverde op den duur niet de verwachte resultaten; de produktie werd in 1985 gestaakt. Enkele jaren daarvoor was het bedrijf door de directie overgenomen van Jan Schoemaker bv.

Eigenaar is thans (1989) A.M. Dolmans, die in juli '88 de Enkhuizer Banketfabriek overnam en met Swart bv samenvoegde. In Zaandam werken thans ongeveer 50 personen, in Enkhuizen (waar onder meer mergpijpjes, rondello’s en vruchtengebak wordt vervaardigd) ongeveer 90. Tenslotte dienen nog enkele uit de Zaanstreek verdwenen biscuitfabrieken te worden genoemd. Albert Heijn (zie: →Ahold) heeft in de vooroorlogse jaren een omvangrijke biscuitproduktie voor het eigen winkelbedrijf ontwikkeld in de fabrieken aan de Oostzijde te Zaandam. Door veranderingen in de bedrijfsfilosofie en doordat (zoals ook bij de beschuitfabricage het geval was) de omzet te beperkt bleef om een eigen produktie-eenheid te handhaven is deze bedrijvigheid al vele jaren geleden gestaakt.

Van →Delft in Koog heeft naast de belangrijke koekfabriage (ontbijtkoek enzovoort) ook biscuits en koekjes (speculaasjes enzovoort) vervaardigd. Het bedrijf is, na overname door Teun Olij Comp. (→TOC), verplaatst naar Harderwijk en daar weer zelfstandig voortgezet. Het vierde in 1989 zijn 70-jarig bestaan. →Hille heeft in bescheiden mate eveneens biscuits geproduceerd, hoewel de vervaardiging van beschuit en koek voor dit bedrijf (in 1960 overgenomen door Hooimeijer en verplaatst naar Barendrecht) steeds primair was. Als merkaanduiding voor verschillende koekjes is de naam Hille nog steeds bekend, ook in het buitenland.

Zie ook: →Economische geschiedenis 3.6.9.

< >