Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Gepubliceerd op 02-10-2020

Verkade

betekenis & definitie

Ondernemersgeslacht te Zaandam in de 19e en 20e eeuw.

De stichter van het familiebedrijf van Verkade (zie: Koninklijke ➝ Verkade nv), Ericus Gerhardus Verkade (1835-1907) werd te Vlaardingen geboren als jongste in een gezin met vier kinderen van de notaris Ericus Gerhardus Verkade en de Zaanse Geertruida van Gelder (1799-1851). Een maand voor zijn geboorte was zijn vader overleden. Zijn moeder verhuisde in 1842 naar haar geboortestreek, waar ze in 1845 hertrouwde met Jan Keg (1798-1857). graanfactor en olieslager te Zaandam.

Ericus kon het slecht met zijn stiefvader vinden en werd naar een kostschool gestuurd. Zijn zusjes Deborah Geertruida en Petronella Leonarda trouwden met de broers Teewis en Jacob Duyvis, terwijl zijn oudere broer Pieter Verkade geneesheer werd en trouwde met Maartje van de Stadt. Hijzelf huwde Trijntje Smit (1835-1863) uit Koog, die een dochter van hem kreeg, waarna hij hertrouwde met Eduarda Thalia Koning (geb. 1841), die twee dochters en vijf zoons kreeg. Zijn voogd kocht in 1853 een patentoliefabriek en hij zette een handel in granen, oliehoudende zaden, raap- en lijnolie op, voornamelijk gericht op de export. In 1868 werd een stoommachine in de patentoliefabriek geplaatst, maar in 1875 brandde de fabriek af. Hij besloot, in verband met de opkomst van gas en petroleum voor verlichting, de patent-oliefabriek niet te laten herbouwen. Om zijn zoons toch een broodwinning na te laten besloot hij op 51-jarige leeftijd een stoom brood- en beschuitfabriek op te richten, die naar de in 1866 gesloopte meelmolen 'De Ruyter' werd vernoemd.

Zijn oudste zoon Ericus Gerhardus Verkade (1868-1927), gehuwd met Henriëtte Johanna Catherina van Gelder (geb. 1870), ging naar Engeland om het vak te leren en kwam in 1887 zijn vader helpen, die toen zaken deed onder firma Verkade & Co. Hij werd in 1895 mede-firmant, maar trad in 1906 weer uit om directeur van de Gist- en Spiritusfabriek te Delft te worden.

Zijn tweelingbroer, Johannes Sixtus Verkade (Jan ➝ Verkade), werd kunstschilder en trad later toe tot de orde der Benedictijnen.

De derde zoon, Arnold Hendrik Verkade (1872-1952), gehuwd met Margaretha Marie Honig (geb. 1876), volgde zijn oudste broer in 1889 naar de fabriek.

Voor de vierde zoon, Johan Anton Eduard (1875-1955), gehuwd met Anna Margaretha van de Stadt (geb. 1875), nam zijn vader een Engels octrooi over en begon hij in 1898 in Amsterdam een nachtlichten-fabriek, die in 1902 naar Zaandam werd verplaatst.

De vijfde zoon, Eduard Rutger Verkade, koos ook voor een artistieke loopbaan en werd toneelspeler.

In 1910 ging Anton voor meer dan een jaar naar Engeland om de biscuitfabricage daar te leren en met zijn kennis werden in 1911 de eerste Maria’s en Petit Beurres geproduceerd. In 1917 werd de waxine-fabricage geïntegreerd en werden de firma’s omgezet in de Verkade's Fabrieken nv. Aan het eind van de Eerste Wereldoorlog kwam de produktie in moeilijkheden door gebrek aan grondstoffen. Aangezien suiker wel te krijgen was, werd gestart met de produktie van suikerwerken, hetgeen zou uitgroeien tot de fabricage van toffees, caramels, ‘mintakeps’ en borstplaat en sedert 1919 ook van bonbons, hoewel deze vooreerst nog werden gecouvreerd met chocolade van De Paradijsvogel van Grootes te Westzaan.

In 1919 werd ook een nieuwe biscuitfabriek gebouwd, terwijl in 1920 de broodproduktie moest worden gestopt tengevolge van een nieuw werktijdenbesluit. De beschuitfabricage werd in een aparte ruimte ondergebracht, die in 1928 geheel werd vernieuwd. Een jaar later werd een wafelfabriek in Den Bosch overgenomen die vooreerst als nv tot voortzetting der zaken C.L. Verhagen-van Oorschot onder lokale directie werd voortgezet. In 1943 werd dit bedrijf volledig bij Verkade geïntegreerd.

In 1936 trad de derde generatie aan en werd een nieuwe directie gevormd door de zoons van Arnold: Frans Verkade (1904-1980), Jac. Verkade (Co, geb. 1906) en Arnold Hendrik Verkade (voorlopig Arnold Jr, geb. 1909), de zoon van Anton: Tom Verkade (1905-1987) en de zoon van Ericus: Jan Verkade (1902-1970).

Een grote nieuwe chocolade- en suikerwerkenfabriek kwam in 1937 in bedrijf en sedert 1950 mag Verkade zich Koninklijk noemen. In 1969 werd besloten de aandelen te certificeren en onder te brengen in een administratiekantoor (beheerd door de Stichting Verkade Trustee), terwijl de certificaten verhandelbaar werden. Hiermee verloor het bedrijf zijn specifieke karakter als familiebedrijf. Toen in 1973 bij de omvorming tot een besloten vennootschap een nieuwe directie werd samengesteld, maakten daar ook niet-familieleden deel van uit. Deze directie bestond uit Arnold Hendrik Verkade (nu Sr), zijn zoon Arnold Hendrik Verkade Jr. (geb. 1933), J.B. Reichardt en mr.

Tj. Wiersma. In 1983 trad nog een lid van de vierde generatie toe, toen F.E. Verkade (Erik, geb. 1947), zoon van Tom Verkade, lid van de directie werd. Thans (1991) is hij de enige Verkade in de directie.