Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Gepubliceerd op 02-10-2020

Oostzijde

betekenis & definitie

Weg op de lage dijk langs de Zaan in Zaandam-Oost, die loopt van de Peperstraat in het zuiden tot aan ’t Kalf 1 in het noorden. Vroeger liep de Oostzijde aan de zuidkant door tot aan de Zuiddijk bij de Dam en had de straat een belangrijke functie voor het doorgaande wegverkeer.

Door de aanleg van een oostelijker gelegen verkeersroute (H. Gerhardstraat-Heijermansstraat-Dr. H.G. Scholtenstraat) is deze functie sterk verminderd. Doorgaand autoverkeer werd zelfs onmogelijk toen de Prins Bernhardbrug met een smalle en lage onderdoorgang de Oostzijde ging overspannen.Vóór de samenvoeging van Oost- en Westzaandam in 1811 werd de straat voornamelijk ‘De Noord’ genoemd. Ook de naam ‘Schinkeldijk’ werd in het verleden gebruikt. In de dijk waren verschillende sluizen (valdeuren) aangebracht, waardoor de Zaan verbonden was met sloten in het Oostzijderveld. Deze overbrugde sluisjes (Noorder- en Zuider-valdeur en Doodsluisje) zijn in de 20e eeuw gesloopt. Al veel eerder, in 1829, was de smalle wegsloot langs de Schinkeldijk gedempt. De Oostzijde werd toen verbreed en bestraat; voor de bekostiging hiervan werden tollen ingesteld bij het Doodsluisje (tussen de Oostzijde en 't Kalf) en bij het Kattegat op de Zuiddijk. Aan het eind van de 19e eeuw en in de eerste tientallen jaren van de 20e eeuw werd de Oostzijde een vestigingsplaats voor industrieën, waardoor het eerdere karakter als ‘ woonstraat’ voor een groot deel verloren ging.

< >