Encyclopedie voor voeding

dr. ir. P. Schoorl (1938)

Gepubliceerd op 05-12-2022

Lijnkoek

betekenis & definitie

Lijnkoek is de perskoek, welke men overhoudt bij het persen van de lijnolie uit gemalen lijnzaad. Men onderscheidt zachte koeken die koud geperst zijn, en harde, die ontstaan, indien bij het persen verhit is geworden. Bij koud persen blijft er meer olie achter dan bij warm persen. De direct bij het persen ontstane koeken zijn zg. voorslagkoeken, welke in den regel eerst weer gemalen worden en tot koeken van 1 kg worden geperst. Samenstelling: vetrijke lijnkoek: eiwit 32%; koolhydraten 27,5%; ruwvezel 10%; vet 11%; water 13%. Vetarme lijnkoek: eiwit 35%; koolhydraten 30%; ruwvezel 10%; vet 5%; water 12%. Speciaal hier te lande staat lijnkoek als voedsel voor melkvee in hoog aanzien, hoewel niet bewezen is dat lijnkoek een gunstigen invloed op de melkproductie en het vetgehalte van de melk heeft. De gunstige werking van lijnkoek op de vertering wordt wel toegeschreven aan de slijmstof. Ook heeft men wel gedacht aan de sporen amygdaline die er in voorkomen. Soms komt deze laatste stof in vrij hooge mate er in voor. Wanneer men de lijnkoek of het lijnmeel dan niet doelmatig behandelt, levert het blauwzuurgas op dat zeer schadelijk kan zijn voor het vee. Aan melkvee wordt graag lijnkoek verstrekt, maar ook alle andere landbouwhuisdieren nemen het gaarne op.