Economische encyclopedie

D.C. van der Poel (1940)

Gepubliceerd op 21-01-2020

Levensruimte

betekenis & definitie

Vooral door het Duitsche Nationaal-Socialisme ontwikkeld begrip voor min of meer aaneengesloten economische gebieden, die een vergaande zelfverzorging (zie: Autarkie) mogelijk maken en in elk geval de grondslag vormen voor een harmonische en geconsolideerde economische ontwikkeling, onder hegemonie van de staat, die daarvoor op grond van economische en politieke factoren is aangewezen.

De L., in haar volle consequentie geordend als Grossraumwirtschaft, waarbinnen door planmatige verdeeling van kapitaal en arbeid (standplaats van industrie en landbouw en complementaire voortbrenging) een optimale arbeidsverdeling plaats vindt, zal een nieuwe grondslag kunnen vormen voor de ook dan nog noodzakelijke maar geordende internationale uitwisseling, waarbij inplaats van de individueele Erwerbswirtschaft een nieuwe nationale en gemeenschappelijke Bedarfsdeckungswirtschaft (zie: Behoeftenbevrediging) uitgangspunt is.

Lit.: F. Fried, Wende der Weltwirtschaft, 1939; W, Groll, Wirtschaft im europäischen Raum, 1940; zie: ook Autarkie.