Wijn & drank Encyclopedie

Jan Zellenrath (1979)

Gepubliceerd op 04-05-2021

Egypte

betekenis & definitie

Van tijd tot tijd worden in Egyptische graven kruiken gevonden welke bij opening nog totaal verdroogde sporen blijken te bevatten van wat eens, misschien wel 5000 jaar geleden, wijn was. Door wat er van de Egyptische kunst uit de Oudheid is overgebleven weten we hoe de Egyptenaren hun druiven plukten en persten en hoe zij de wijn met de doden in hun graf begroeven.

De ervaringen van de in onze tijd levende Egyptenaar Nestor Gianaclis zijn misschien wel de meest fascinerende van de 20ste eeuw geweest. Met behulp van alle moderne wetenschappelijke kennis op dit gebied heeft hij gepoogd een periode te reconstrueren die al meer dan 2000 jaar uit de geschiedenis was verdwenen.

De Egyptische wijnen genoten in de Oudheid een uitstekende reputatie. Cleopatra schonk Caesar een wijn met de naam Mareotis, waarschijnlijk afkomstig uit Meroë dat vlak bij de vierde waterval van de Boven-Nijl ligt. Maar ook andere Egyptische wijnen waren zeer populair in de landen rond de Middellandse Zee.

Aan het begin van onze eeuw waren er in Egypte bijna geen wijnen meer, en de enkele die hier en daar nog werden aangetroffen waren zonder uitzondering slecht. Nestor Gianaclis begon toen op zoek te gaan naar stukken grond waarop goede wijnstokken zouden kunnen groeien. Maar tegelijkertijd probeerde hij uit te vinden hoe de smaak van de Egyptische wijnen uit de Oudheid eigenlijk was geweest. Zou die nog beantwoorden aan de smaak van de 20ste eeuw? Na lezing van de werken van Vergilius, Horatius, Plinius en andere schrijvers die hebben geschreven over de wijnen die de Grieken en de Romeinen in de'Oudheid dronken, kwam Gianaclis ten slotte tot de conclusie dat hun smaak niet eens zo zeer verschillend moet zijn geweest van de onze. Als zij de Egyptische wijnen lekker vonden zou dat met ons ook wel het geval zijn.

Aan de rand van de woestijn ontdekte hij onder een laag zand een bodem die totaal verschilde van de door de Nijl aangespoelde grond, en die tegenwoordig het bouwland vormt van het Nijldal. Een chemische analyse wees uit dat het hier ging om zoutvrije kalkgrond die bijna identiek was aan de grondsoort van de Champagne. Dit was dus een zeer veelbelovend begin, en in 1903 plantte Gianaclis er zijn eerste wijnstokken.

Maar toen kwamen pas de problemen. Zelfs de meest complete werken over de wijnen uit de Oudheid gaven bijna geen bijzonderheden over de druiverassen die in het oude Egypte werden gekweekt.

In een jaar tijd probeerde men met behulp van Franse, Italiaanse, Hongaarse en vele andere wijnbouw-experts 73 druiverassen uit, en Gianaclis zelf ontwikkelde 20 nieuwe typen die in een laboratorium werden onderzocht. Grote wijnen hebben zon nodig, een goede bodem en een wijnstok die geschikt is voor die bepaalde bodem, kortom, een goede combinatie van deze 3 elementen. Gianaclis moest nu in enkele jaren voor elkaar zien te krijgen waar men in de meeste wijnlanden een eeuwenlange ervaring voor nodig had gehad, namelijk een goede harmonie zien te vinden tussen de goede wijnstok en de goede techniek enerzijds en het klimaat en de bodem anderzijds.

Na bijna een kwart eeuw van experimenteren leek het Gianaclis in 1931 eindelijk te zijn gelukt. In dat jaar presenteerde hij de Chambre Syndicale des Courtiers Gourmets te Parijs wijnen uit de wijngaard van Mariout, gelegen ten westen van de Nijldelta. Twee jaar later beweerde men in Frankrijk dat de wijn van de farao’s weer tot leven was gekomen en dat de wereld opnieuw de door Vergilius geroemde nectar kon drinken. De kwaliteit van deze wijn liet echter nogal wat te wensen over.

Maar hoe het ook zij, deze wijnen hebben hun belofte gedeeltelijk waargemaakt en zijn heel interessant. De produktie ervan neemt toe maar is nog steeds heel gering. Men stelt alles in het werk om ze de kant van de super-Californische of super-Algerijnse wijn uit te laten gaan, om ze op die manier een plaats op de wereldmarkt te laten veroveren. Naar alle grote internationale tentoonstellingen zijn monsters gestuurd en de produktie (45 000 hl in 1963 en 51 000 in 1968) gaat ver boven de consumptiecapaciteit van de binnenlandse markt uit. De export breidt zich uit, met name naar de Sovjetunie. De ‘Egyptian Vineyards and Distillers Company’ is een staatscoöperatie die in de buurt van Alexandrië wijngaarden bezit die meerdere wijnen produceert. Een daarvan is een rode wijn, Omar Khayyam genaamd, die nog veel verbetering behoeft.

Gedistilleerd

Het prijsverschil tussen het Egyptische gedistilleerd en dat uit andere landen is maar klein. De geïmporteerde Cognac en Whisky concurreren hevig met de binnenlandse rum, arak en eau-de-vie, waarop 30% accijns zit. De rum die wordt gemaakt door distillatie van uit Egyptische rietsuiker afkomstige melasse is van goede kwaliteit. Men produceert in Egypte echter tweemaal zoveel tafia, een drank van een grover kaliber die wordt gemaakt door de distillatie van overblijfselen uit de suikerfabricage. De gemiddelde jaarproduktie van deze sterke drank ligt rond de 8300 hl, terwijl die van rum ongeveer 2800 hl bedraagt. Het alcoholgehalte van tafia ligt boven de 50°.

Een andere sterke drank die men er maakt is een mengsel van rum en tafia, waar 30% wijnalcohol aan wordt toegevoegd terwijl er maar 10% rum in gaat (ca 12 500 hl per jaar). Sommige Egyptenaren drinken ook een eau-de-vie van dadels, Buza genaamd. Gisting en distillatie van deze (vaak halfverrotte) vrucht worden aan het toeval overgelaten. Dat is vermoedelijk de reden van zijn populariteit, want op die manier bereid blijft hij financieel bereikbaar voor de gewone man.