Met een wijngaardoppervlak van meer dan 300 000 ha maakt Argentinië meer wijn dan welk ander land op het zuidelijk halfrond. Na Italië, Frankrijk en Spanje komt het op de vierde plaats van de wereldproduktie.
De gemiddelde jaarproduktie van 40 miljoen hl ligt net iets hoger dan die van de Verenigde Staten. Van deze enorme hoeveelheid bereikt maar een heel klein gedeelte de wereldmarkt, wat aan verschillende factoren te wijten is. De Argentijn zelf drinkt veel wijn; op een bevolking van 28 miljoen mensen is het jaarlijks wijnverbruik per hoofd ongeveer 88 liter, het op 3 na hoogste wereldniveau. Bovendien leverde de wijnindustrie, die nog de traditionele methodes hanteert, een produkt af dat in eigen land wel aansloeg, maar weinig waardering ondervond op de veel kritischer exportmarkt. De laatste 10 jaar hebben echter belangrijke technische verbeteringen te zien gegeven; de bereidingsmethodes werden gemoderniseerd, mede door de invoer van Europees materieel en kweekgist, waardoor de voornaamste producenten in dit land in staat werden gesteld beter met de veeleisende wereldmarkt te concurreren. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog was de Argentijnse wijnproduktie het hoogst, toen veel wijn naar Engeland werd geëxporteerd. Ongeveer 70% van de produktie bestaat uit vin ordinaire, maar enkele bodegas (wijnhuizen) maken ook kwaliteitswijnen.Geschiedenis van de Argentijnse wijn
In 1556 werd de eerste wijngaard aangelegd in het district Cuyo, door een Jezuïet, pater Cedron. Vijf nauw aan elkaar verwante afstammelingen van deze 400 jaar geleden ingevoerde wijnstokken bestaan vandaag de dag nog steeds onder de naam Criolla. De Criolla Grande is nog altijd een belangrijke producent van vrij simpele rode, witte en roséwijnen.
Pas een eeuw geleden kwam men erachter hoe geschikt dit gebied eigenlijk was voor de wijnbouw, toen Italiaanse en Franse immigranten in de tot dan toe onherbergzame Mendoza-woestijn irrigatie begonnen toe te passen. Dit gebied ligt tegen het hooggebergte aan dat de grens vormt met Chili.
Wijnbouwgebieden
De provincie Mendoza, ongeveer 1000 km ten westen van Buenos Aires gelegen, produceert tegenwoordig bijna 75% van alle Argentijnse wijn, terwijl 40% van haar akkerland voor de wijnbouw wordt gebruikt. De wijnbouw is de belangrijkste en bijna enige industrie in deze provincie. Er wonen ongeveer 40 000 wijnboeren, maar 20% van de produktie is er in handen van 9 grote firma’s die elk hun eigen wijngaarden, kelders, bottelfabrieken en verkooporganisaties hebben, die heel Argentinië bestrijken. Van de totale opbrengst bestaat 38% uit rode wijn, 30% uit rosé, 15% uit witte en 17% uit tafeldruiven. Zoals men van een nieuw wijngebied onder Italiaanse invloed kan verwachten worden er over het algemeen de moderne methodes van de massaproduktie gebruikt. (Het zijn de Fransen geweest, niet de Italianen die zich van generatie tot generatie hebben ingezet voor een verbetering van de wijnen.) Mendoza en de naburige provincie San Juan bieden de aanblik van een met wijnranken overdekte zee van groen. Hier vindt men de grootste gistkuipen ter wereld.
De als massaprodukt gemaakte Argentijnse wijn is niet slecht van kwaliteit, maar gespeend van iedere subtiliteit. Men laat soms wel 10 000 hl wijn in één vat gisten en rijpen. Onnodig erop te wijzen dat enige individuele zorg in dergelijke omstandigheden niet mogelijk is. Een enkele firma in Mendoza verwerkt geheel alleen zo’n 90 000 hl per jaar. Men telt meer dan 200 bodegas (wijnhuizen) in deze stad. De wijngaarden van deze provincie beslaan een oppervlak van 250 000 ha.
Meer dan de helft hiervan ligt in het noorden van de provincie. In de oostelijke sector van Noord-Mendoza worden de Criolla-, Malbeck- en Pedro Ximenezrassen (de naam van de laatste is trouwens niet correct) door de rivieren de Tunuyün en de Mendoza van water voorzien, en ook wel door bronwater. Op de ziltige grond in het noordwesten van de provincie vindt men voornamelijk dezelfde rassen. De beste wijnen van Argentinië worden echter in de zuidwestelijke sector van Noord-Mendoza gemaakt. Hier vindt men een overvloed van de Malbeck-druif, die een betere wijn geeft dan zijn toch veel beroemdere broer, de Cabemet Sauvignon. Hoewel bepaald niet uitzonderlijk is dit ongetwijfeld een van de beste wijnen die Argentinië te bieden heeft.
Het centrale wijngebied in Mendoza ligt in het dal van de rivier de Uco. De belangrijkste soorten zijn hier de Malbeck, de Tempranilla en de Sémillon. In het zuiden van de provincie vindt men diverse rassen die redelijke wijnen produceren, zoals de Criolla, de Malbeck, de Muscatel Rosé en de Chenin. Deze wijngaarden worden door de rivieren de Atuel en de Diamante van water voorzien.
Grenzend aan Noord-Mendoza ligt de provincie San Juan, die eveneens tegen het Andes-gebergte aanligt en een wat zwaardere en rijkere wijn produceert. De wijngaarden strekken zich uit over een oppervlakte van ongeveer 60 000 ha. San Juan ligt bovendien dichter bij de evenaar, zodat het er veel warmer is; als gevolg daarvan zijn de wijnen er sterker: 20% van de Argentijnse wijnen wordt in San Juan gemaakt, met name in de dalen van Zonda, Ullun en Tulun. De most van deze wijnen heeft een hoog suikergehalte en een lage zuurgraad, waardoor hij zeer geschikt is om geconcentreerd te worden. De druiverassen zijn over het algemeen dezelfde als die in Mendoza. Omdat irrigatie in dit land overal onmisbaar is ziet men nergens wijnstokken op een helling, zoals in Europa.
Het water dat door de irrigatiekanalen van een vlakke wijngaard stroomt heeft de wijnstokken in dit land evenveel kwaad als goed gedaan. Terwijl de phylloxera zich in de meeste andere landen door de lucht verspreidde kon hij dat in Argentinië heel goed via de irrigatiekanalen. Deze worden echter ook weer gebruikt om de ziekte te bestrijden, want men zet besmette gebieden een tijd onder water, net zolang tot de dodelijke luis is verdronken.
De provincie Rio Negro, die ten zuiden van de provincie Mendoza ligt, produceert 5% van de Argentijnse wijnen. Omdat Argentinië op het zuidelijk halfrond ligt, worden de lichte en droogste wijnen geproduceerd in de zuidelijke streken, waar het klimaat veel kouder en strenger is. Over het algemeen worden ze als de beste van Argentinië beschouwd, hoewel hun echte kwaliteit nog moet worden bewezen.
Naast Mendoza, San Juan en Rio Negro zijn de andere belangrijke wijngebieden van Argentinië de Litoral (met de provincies Buenos Aires en Santa Fe), Cordoba, Occidente (La Rioja en Catamarca), Norte (Salta en Jujuy) en Entre Rios.
Hoewel Argentinië tegenwoordig nagenoeg alle Westeuropese druiverassen bezit, wordt de naam daarvan dikwijls niet op het etiket vermeld, omdat de Argentijnen voor hun vinos finos liever de namen van de wijngaarden of bezittingen gebruiken. Twee derde van de goede rode wijnen - die vaak worden gemengd wordt gemaakt van de Malbeck, maar ook de Cabemet Sauvignon, de Merlot, Pinor noir, Syrah, Barbera en de Sangiovese leveren hun aandeel. De Syrah is trouwens de echte Rhône-Syrah, en de Argentijnse wijnboeren weten er een goede wijn van te maken. De belangrijkste witte wijnen worden gemaakt van de Chardonnay, Sémillion, Sylvaner, Ugni blanc en de Chenin blanc.
Wel bestaat er enige verwarring omtrent de herkomstbenamingen en wordt er met het predikaat ‘appellation’ ook niet al te nauwkeurig omgesprongen. Zo wordt bijvoorbeeld de Riesling in dit land, die een van de beste witte wijnen is, heel vaak van de Sylvaner gemaakt. Evenals de Chardonnay heeft deze wijn meestal een vrij laag alcoholgehalte, zo’n lia 12°, en lijkt eigenlijk het meest op de Franse Maçon. De Chenin blanc wordt op het etiket soms Pinot blanc genoemd maar heeft een unieke smaak, beslist niet wat men van dit laatste ras zou verwachten. Zo komen er ook 2 heel verschillende versies van de Cabernet Sauvignon voor; de ene lijkt sterk op een Médoc, terwijl de andere een stuk ruwer is en eerder aan een wijn uit de Midi doet denken.
Witte wijnen worden hier niet op de juiste wijze op hout gemaakt en dan te lang bewaard, zodat de wijn, al lang voordat hij wordt gedronken, zijn frisheid verliest en naar het vat smaakt. Veel van de rode wijn wordt ook langer bewaard dan goed is. De invoer van moderne methodes op het gebied van de wijnbereiding heeft veel wijnboeren, die staan te springen om hun positie op de exportmarkt te verbeteren, steeds vindingrijker gemaakt in hun techniek, zodat ze nu speciale, verbeterde wijnen voor het buitenland maken.
Een vermelding waard is dat de Argentijnen zeer veel fantasie hebben op het gebied van mengwijnen. Een veel voorkomend voorbeeld is dat van de zogenaamde Riesling en Chardonnay, waarvan het resultaat meestal een wat onevenwichtige wijn is, zonder begin of midden en met een vlak of geoxydeerd einde. Een van de best verkochte rode wijnen wordt gemaakt van Barbera, Syrah en Malbeck.
De firma die de meeste Argentijnse wijnen naar de Verenigde Staten exporteert is de Mendozaanse firma Penaflor S.A., die zijn wijnen in Amerika onder de namen Andean Vineyards en Bodegas Trapiche op de markt brengt. De firma’s Lopez en Toso zijn eveneens 2 belangrijke exporteurs van kwaliteitswijnen. Lopez is bekend om zijn Cabemet, Malbeck en Merlot; Toso is dat om zijn Cabernet Sauvignon. Sterke concurrentie komt er van de kant van de firma’s Weiner, San Telmo en Calvet. Mousserende wijnen worden er geproduceerd door de firma’s Castel Chandon (van de Franse Moet et Chandon) en Crillon (Seagrams).