Wit, rood en rosé. Loiredal, Frankrijk
De vroegere provincie Anjou (waarvan de grenzen ongeveer samenvallen met die van het huidige departement Maineet-Loire), telt meer dan 12 000 wijnbouwers.
Een lange strook wijngaarden strekt zich uit over de hellingen aan de linkeroever van de Loire, ten westen van de Touraine. De Anjou lijkt in vele opzichten op de Touraine. De heuvels rond Saumur bestaan uit dezelfde kalkafzetting als die rond Vouvray, en in beide streken wordt de wijn opgeslagen in diepe kelders, die onder de heuvels zijn gegraven. Ten zuiden en westen van Angers, in de Anjou, bedekt het ondiepe bouwland een harde rotslaag die veel weg heeft van de Bretonse. Het eigenlijke kastelengebied ligt in de Touraine, maar in de Anjou stroomt de Loire door een vredig groen landschap, waar her en der landgoederen en kastelen verspreid liggen, overblijfselen uit de tijd dat de Engelse koningen uit het Huis Plantagenet ook graven van Anjou waren. In latere jaren, toen de Engelsen nog voornamelijk Bordeauxwijnen importeerden, werden de Hollanders de beste klanten van de Anjou.
Met hun schepen voeren ze de Loire op tot aan Rochefort-sur-Layon en zelfs Saumur, om de vaten aan boord te nemen. In die tijd werden de beste wijnen al over water naar het buitenland geëxporteerd, eerst over de rivieren en later over zee. Alleen de minder goede werden over land naar Parijs vervoerd. Zoals alle wijnen uit het dal van de Loire zijn ook die van Anjou fris en licht. Zelfs de mindere soorten zijn vaak heel charmant, maar men vindt ze zelden buiten hun streek. In het buitenland is de Rosé d’Anjou het meest bekend.
De jaarproduktie bedraagt ongeveer 650 000 hl, waarvan een kwart uit witte wijnen bestaat en de rest bijna helemaal uit rosé. De Anjou produceert een kleine hoeveelheid rode wijn, die echter relatief van weinig belang is. De beste witte wijnen zijn zoet, zoals ze eens bijna allemaal waren. De smaakontwikkeling van het publiek dreef veel wijnbouwers ertoe om hun wijnen aan de droge kant te houden, wat voor de Anjou een gelukkige tendens bleek te zijn. De wijngaarden die van nature zoete wijnen kunnen produceren blijven dit doen; andere, die druiven hebben waar suiker aan moest worden toegevoegd, zijn teruggekomen tot het van nature droge produkt. De Anjou produceert ook mousserende wijnen, vooral in Saumur en omstreken, maar dat zijn niet de beste.
Wijnstokken en bodem
We hebben er reeds op gewezen dat deze streek 2 verschillende bodemtypen kent: een kalkachtige grond rond Saumur en op de hellingen langs de Loire, en overal elders een harde leisteengrond bedekt met een dun laagje korrelige klei, zó miniem dat de wijnboeren soms de rots met dynamiet moeten opblazen om hun wijnstokken te kunnen planten. Zonder het gebruik van explosieven zouden ze hun land onnoemelijk lang met een houweel moeten bewerken.
De witte wijn met de Appellation Contrôlée moet voor minimaal 80% bestaan uit Chenin blanc, die al sinds de 9de eeuw in de Anjou voorkomt. De rode wijnen - die vooral worden gemaakt in Souzay-Champigny, Chacé, Dampierre, Varrains, Saint-Cyr-en-Bourg, Brézé en Brain-sur-Allonnes - komen van de Cabernet franc, en in tweede instantie van de Cabernet Sauvignon. De vroeger veel gebruikte Pineau d’Aunis moet tegenwoordig wijken voor de Cabernet. In de Anjou worden 2 soorten rosé gemaakt: de Rosé d’Anjou van de rassen Groslot, Gamay, Got, Noble en Pineau d’Aunis, en de Rosé de Cabernet, die uitsluitend van Cabernet-druiven wordt vervaardigd. Deze laatste is de beste; hij is fruitiger, frisser, heeft een zuiverder smaak en een mooiere kleur. Bovendien heeft hij over het algemeen een wat hoger alcoholgehalte dan het wettelijk verplichte minimum van 10°.
Sommige Rosés d’Anjou zijn droog, andere zoet. In de streek zelf neigt de smaak van het publiek steeds meer naar de zoetere rosé. Slechts een derde van deze wijnen wordt onder de naam Anjou verkocht. De rest, waaronder ook de beste wijnen, draagt de naam van een der sub-districten met een Appellation Contrôlée. Dit zijn de namen die men doorgaans op de naar het buitenland geïmporteerde flessen vindt.
De sub-districten van AnjouSaumur
Coteaux de la Loire
Deze zone strekt zich uit over beide rivieroevers en is een van de beste en bekendste van de hele Anjou. De bodem, die varieert van samenstelling en kwaliteit, is zeer geschikt voor de Chenin blanc, die in het naburige wijngebied, dat ten westen van Montjean ligt, plaatsmaakt voor de Muscadet. Hierdoor zit er ook nogal wat variatie in de wijnen. Hoewel over het algemeen wat droger dan die van de Coteaux du Layon zijn ze zoet, licht en uitstekend gemaakt. Sommige ervan kunnen in hun jeugd wat wrang zijn, maar worden met de jaren zachter. Andere zullen na jaren op fles pas tot volle rijpheid komen.
Savennières, een alleraardigst dorpje, produceert hier de beste wijnen en heeft zijn eigen Appellation Contrôlée. Deze wijnen zijn nogal aan de droge kant, en door hun hoog alcoholgehalte rijpen ze langzaam. De bekendste wijngaarden zijn La Coulée-de-Serrant en La Rocheaux-Moines, die allebei fijne en elegante wijnen maken, Château de Savennières, Château d’Epire, Château de la Bizolière en Clos du Papillon.
Andere gemeenten die vermeld behoren te worden zijn Bouchemaine, La Possonnière, Saint-Georges-sur-Loire, Champtocé en Ingrandes, Montjean, La Pommeraye en een gedeelte van Chalonnes.
Coteaux du Layon
De ongeveer 50 km aan wijngaarden in dit gebied liggen her en der verspreid langs de Layon, een zijriviertje van de Loire dat bij Les Verchers naar beneden komt en zich vervolgens van het ene wijndorpje naar het andere slingert tot het vlak boven Chalonnes in de Loire uitmondt. De wijnen van de Coteaux du Layon zijn rijk aan alcohol, en soms worden die van de beste wijngaarden pas na ontwikkeling van de nobele rotting geoogst. Hierdoor krijgt men zoete wijnen die in deze categorie misschien wel de fijnste uit de hele Anjou zijn. Er worden echter ook droge wijnen gemaakt. De zoete witte wijnen zijn voller en beter te bewaren dan alle wijnen van de Coteaux de la Loire. In de 17de eeuw waren deze wijnen heel populair bij de Hollanders, maar tegenwoordig worden ze voornamelijk in Noord-Frankrijk en België gedronken.
Bonnezeaux
Dit dorpje produceert een Grand Cru en heeft zijn eigen Appellation Contrôlée. Op zijn eentje telt het bijna voor een heel sub-district. In de gemeente Thouarcé strekken de wijngaarden zich over de hellingen in de richting van het water uit, terwijl hoog daarboven een eenzame windmolen de wacht houdt. Vroeger waren er 3. Deze wijngaarden produceren een beperkte hoeveelheid zoete witte wijn, die zacht en fruitig is.
Quarts de Chaume
Deze wijngaard, die vlak bij het plaatsje Chaume ligt, produceert een zoete witte wijn die haast even gedistingeerd is als de vorige (sommigen beweren zelfs dat het de beste is van de Coteaux du Layon) en veel weg heeft van de zoete Vouvray. Hij is wat fruitiger dan een Sauternes. Wat finesse, lichtheid en bouquet aangaat is hij uniek, hoewel hij doorgaans toch een alcoholgehalte heeft van tussen de 13° en 15°. Een tijd lang heeft deze wijngaard aan één enkele eigenaar behoord, die hem in ruil voor een kwart van de opbrengst verhuurde, waarbij hij zich het recht voorbehield te bepalen uit welk gedeelte van de wijngaard zijn wijnen moesten komen. En zo kreeg dit gedeelte de naam Quarts de Chaume.
Tot de Appellation Contrôlée van de Coteaux du Layon horen nog 6 andere gemeenten. Het zijn Beaulieu-sur-Layon, Faye-d’Anjou, Rablay-sur-Layon, Rochefort-sur-Layon, Saint-Aubin de Luigné en Saint-Lambert-du-lattay. Halverwege de Layon wordt een aanzienlijke hoeveelheid witte wijn geproduceerd die echter aanspraak mag maken op de algemener benaming van Anjou, hoewel dit voornamelijk een gebied is waar rosé wordt gemaakt.
Coteaux de l’Aubance
Een kleine zone van de Coteaux du Layon, waarvan de wijnen in de streek zelf meer bekendheid genieten dan daarbuiten. Het zijn aangename wijnen met de typische kenmerken van de Anjou. Voornamelijk witte wijnen, hoewel er ook rosé wordt geproduceerd. De witte hebben niet de zachtheid van die der Coteaux de la Loire, maar zijn er niet minder om. Dat geldt zeker voor de halfdroge wijnen met hun charmant karakter en bouquet. De belangrijkste gemeenten zijn Brissac (waar men een rosé maakt van de rassen Cabernet en Groslot), Vauchrétien, waar goede witte wijnen vandaan komen, Saint-Jean-des-Mauvrets, Juigné-sur-Loire, SaintMelaine, Soulaines, Mazé, Mürs en Denée, dat vlak bij Rochefort ligt. De wijnen die hier worden gemaakt zijn zo’n beetje hetzelfde.
Coteaux du Loir
Dit vroegere sub-district van de Anjou is nu een Appellation Contrôlée van het departement Sarthe, en produceert in het dal van de Loir, een zijriviertje van de Loire, heel goede witte wijnen, oninteressante rode en charmante rosé.
Saumur Val de Loire - (Coteaux de) Saumur - Champigny
De oude stad Saumur wordt beheerst door een kasteel dat bouwkundig gezien weinig waarde heeft, maar het Musée de l’Art Equestre herbergt. De cavalerieschool van het Franse leger (Cadre Noir) bevindt zich in Saumur. De oevers van de rivier zijn vrij steil. De wijnboeren hebben er zeer ruime kelders in gegraven die uitstekend geschikt zijn voor het opslaan van wijn. Van de zoetste soorten worden mousserende wijnen gemaakt. Het grootste deel van de oogst bestaat echter uit droge of halfdroge wijnen met een alcoholgehalte van tussen de 10° en de 13°, die soms licht mousserend zijn.
De mousserende Loirewijnen hebben een heel eigen smaak, die weer totaal anders is dan die van de echte Champagne. De Saumur Mousseux wordt evenals de Champagne overbetaald, en de wijnboeren moeten evenveel accijns betalen als voor de Champagne. De mousserende Loirewijn, die voor ⅔ wordt gemaakt van de Chenin blanc en voor ⅓ van de Cabernet, is voller en zwaarder dan de mousserende Vouvray. In het departement Vienne mogen 37 gemeenten aanspraak maken op de Appellation Contrôlée Saumur, waaronder Pouançay, Berrie, Saint-Léger-deMontbrillais, Ternay en Ranton.
De Appellation Coteaux de Saumur wordt op het ogenblik door de INAO binnen bepaalde grenzen gehouden. In principe liggen de wijngaarden van dit district op de hellingen langs de oevers van de Loire, waarvan Dampierre zo ongeveer de hoofdstad is. Deze gemeente produceert voor % witte en voor ‘A rode en roséwijnen. Souzay-Champigny, Parnay en Turquant maken frisse en fruitige wijnen. De witte Montsoreau is gemakkelijk te herkennen aan zijn geheel eigen karakter. De plaatsjes Varrains en Chacé, die beide aan het riviertje de Thouet liggen, zijn eerder bekend om hun rode en roséwijnen dan het kleine beetje wit dat ze produceren.
De rode wijnen van Brézé, Epieds en Saix zijn stukken beter dan hun witte, die echter veel bekender is. Saumur-Champigny dankt zijn naam aan de ten zuiden van Saumur gelegen wijnstad Champigny, maar de wijnen die recht hebben op deze Appellation komen evengoed uit allerlei andere dorpen in de omgeving die deel uitmaakt van de Coteaux de Saumur. Van de rode wijnen die voor een groot deel van de Cabernet franc worden gemaakt is de SaumurChampigny, samen met de Bourgueuil en de Chinon, de beste rode Loirewijn.
Zie voor elk van bovengenoemde Appellations de alfabetische paragrafenlijst.