Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Tranen

betekenis & definitie

De tranen worden afgescheiden door de traanklier, gelegen onder het bovenste ooglid in den buitensten bovenhoek van de oogkas. Deze klieren scheiden voortdurend het traanvocht af, dat bij het knippen met de oogleden de geheele voorzijde van den oogbol vochtig houdt.

Wat er gebeurt als het oog niet meer vochtig wordt gehouden, zien we bij iemand die gestorven is: het voorste vlies (het hoornvlies) droogt uit, wordt dof: het oog breekt. Wordt er te veel traanvocht afgescheiden, dan kan dit wegvloeien door de traanbuis, die begint in den binnenhoek van het oog en naar den neus gaat.

Wanneer men schreit, kan ieder dat bij zichzelf waarnemen. Wordt de traansecretie nog sterker, dan loopen ze iemand over de wangen.Behalve voor het vochtig houden van het oog dient het traanvocht ook om het oog schoon'te houden; zoodra er een stofje in ’t oog komt, wordt de afscheiding van traanvocht zoo rijkelijk, dat het stofje er dikwijls door weggespoeld wordt.

De traanafscheiding is ook in hooge mate afhankelijk van psychische invloeden: bij verdriet en droefheid kan de afscheiding zeer sterk worden (weenen, schreien). Een enkele maal kan het verdriet zoo groot zijn, dat de traanafscheiding geremd wordt en het oog droog blijft; dit ziet men ook dikwijls bij lijders aan melancholie. Ook kan ’t een enkele maal voorkomen, dat iemand van blijdschap weent (Gen. 29 : 11; 45 : 2; 46 : 29). Overigens zijn tranen in de Heilige Schrift altijd teekenen van smart; in diepe smart zijn iemand zijn tranen tot spijze (Ps. 42:4) of eet hij tranenbrood (Ps. 80: 6).

< >