Wat is de betekenis van VOCHTIG?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vochtig

vochtig - Bijvoeglijk naamwoord 1. doordrenkt met een zekere hoeveelheid water of waterdamp Woordherkomst Afgeleid van vocht met het achtervoegsel -ig

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vochtig

vochtig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: voch-tig 1. een beetje nat ♢ met een vochtige doek maak ik de tafel schoon Bijvoeglijk naamwoord: voch-tig ... is vochtiger dan ... het vochtig...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vochtig

adj., fochtich, wiet, wiet(t)ich, damp, slof; min of meer, dof; - weer, knobbich, rottich, rotterich waer; — en zoel weer, matsk, maf(fich), lakwaerm waer; vochtig-koud, stribbich, stribbelich, stribberich; vochtig-koud zijn, stribbelje; -e ogen hebben, sipelich sjen.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vochtig

bn. (nattig, niet droog): vochtige muren; met vochtige ogen; haar ogen werden vochtig.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vochtig

('vochtəch) bn. en bw. (-er, -st) enigszins nat: -e muren; een -e warmte; haar ogen werden -; een klimaat, syn. nat.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vochtig

bn. (-er, -st), vocht houdend of ermee bedekt, nattig: een vochtige doek; een vochtig klimaat; zijn ogen werden vochtig, tranen kwamen hem in de ogen.

2024-04-19
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VOCHTIG

VOCHTIG - bn. (-er, -st), nat, nattig : een vochtig klimaat; de lucht is vochtig ; — zijne oogen werden vochtig, tranen kwamen hem in de oogen; —vochtige muren, die door opzuiging uit een natten of moerassigen grond steeds nat zijn: een vochtig, huis; vochtige warmte; vochtige waren, dranken, vloeistoffen. VOCHTIGHEID, v. natheid, het v...