vochtig
vochtig - Bijvoeglijk naamwoord 1. doordrenkt met een zekere hoeveelheid water of waterdamp Woordherkomst Afgeleid van vocht met het achtervoegsel -ig
Wiktionary (2019)
vochtig - Bijvoeglijk naamwoord 1. doordrenkt met een zekere hoeveelheid water of waterdamp Woordherkomst Afgeleid van vocht met het achtervoegsel -ig
Muiswerk Educatief (2017)
vochtig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: voch-tig 1. een beetje nat ♢ met een vochtige doek maak ik de tafel schoon Bijvoeglijk naamwoord: voch-tig ... is vochtiger dan ... het vochtig...
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj., fochtich, wiet, wiet(t)ich, damp, slof; min of meer —, dof; - weer, knobbich, rottich, rotterich waer; — en zoel weer, matsk, maf(fich), lakwaerm waer; vochtig-koud, stribbich, stribbelich, stribberich; vochtig-koud zijn, stribbelje; -e ogen hebben, sipelich sjen.
Jozef Verschueren (1930)
('vochtəch) bn. en bw. (-er, -st) enigszins nat: -e muren; een -e warmte; haar ogen werden -; een klimaat, syn. nat.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. (-er, -st), vocht houdend of ermee bedekt, nattig: een vochtige doek; een vochtig klimaat; zijn ogen werden vochtig, tranen kwamen hem in de ogen.
J.H. van Dale (1898)
VOCHTIG - bn. (-er, -st), nat, nattig : een vochtig klimaat; de lucht is vochtig ; — zijne oogen werden vochtig, tranen kwamen hem in de oogen; —vochtige muren, die door opzuiging uit een natten of moerassigen grond steeds nat zijn: een vochtig, huis; vochtige warmte; vochtige waren, dranken, vloeistoffen. VOCHTIGHEID, v. natheid, het v...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: