Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Mode

betekenis & definitie

is een Fransch woord, afgeleid van het Latijnsche modus, dat wijze beteekent en dat gebruikt wordt om de niet bepaald op de doelmatigheid berustende of uit de geschiedenis opkomende regels aan te duiden, volgens welke beschaafde personen zich gedragen. M.n. wordt het woord gebezigd om aan te geven de bepaalde vormen, kleuren enz. van kleeding, die in een bepaalden tijd in zwang zijn.

Overeenkomstig het verschil tusschen man en vrouw, heerscht de mode meer in de vrouwendan in de mannenkleeding. Voor de vrouwenkleeding geeft Parijs den toon aan.

Daar worden bepaalde modellen uitgedacht en vervaardigd en van daar worden ze over de geheele beschaafde wereld verspreid en nagevolgd. Voor de mannenkleeding is vooral ook Engeland van beteekenis.

Gelijk reeds werd aangeduid, is het woord mode wel in hoofdzaak, maar toch volstrekt niet uitsluitend van de kleeding in gebruik. Een bepaald boek, een bepaalde schilder, een badplaats — vrijwel alles kan in de mode zijn.

En telkens wordt dan door die uitdrukking aangegeven, dat ieder man van de wereld iets mooi noemt, goed acht, doet, gebruikt, zonder dat daarvoor een reden aan te geven is. Men doet het — alleen omdat het in de mode is.

Wie iets in de mode brengt, is — afgezien van de kleeding — moeilijk te zeggen. Veel invloed heeft zeker de pers met haar aanprijzen of veroordeelen.

Maar niet minder is waar, dat in de mode is, wat in een behaalden tijd aan het begeeren der menschen beantwoordt of bevrediging schenkt.

In een ernstigen tijd wordt geen wufte kleeding gedragen en waar het socialisme heerscht, zijn geen vaderlandsche liederen in de mode.

In het algemeen kan nog gezegd, dat de mode een internationaal karakter draagt. Waar de mode gaat heerschen, wordt het nationale verdrongen.

M. n. bij de kleeding komt dit weer duidelijk uit.Het spreekt van zelf, dat de Christen zijn houding tegenover de mode moet bepalen. Haar invloed is te groot, dan dat hij zich daaraan zou kunnen onttrekken en — „niet met de mode meegaan”, is ook een houding. Dat de Christen met de mode rekening houdt en haar volgt, is op zichzelf niet te veroordeelen. Ook hier kan en behoeft hij niet uit de wereld te gaan. Verkeerd wordt het volgen van de mode pas, indien het zich gedragen naar een bepaalde mode in strijd brengt met de wet des Heeren. Dus, b.v. wanneer een in zwang zijnde kleeding door haar groote opzichtigheid de aandacht trekt, wanneer ze niet is een betamelijke dracht, doch prikkelt tot onkuischheid, wanneer ze meer uitgaven vraagt, dan iemand zich kan veroorloven.

Natuurlijk zijn hier geen bepaalde, altijd geldende voorschriften te geven. Wat in een bepaalden tijd algemeen in zwang is, spreekt een woord mede bij de beantwoording van de vraag, wat mag en niet mag, zoolang we niet in aanraking komen met een uitdrukkelijk gebod of verbod des Heeren. Wel kan gezegd, dat het volgen van de mode alleen om in de mode te zijn, leidt tot afgoderij met de mode en daarom te veroordeelen is. Maar evenzeer is te veroordeelen de opzettelijke verwaarloozing van de mode. Wie geheel ouderwetsch gekleed gaat, trekt evenzeer de aandacht, als wie de laatste modesnufjes draagt en geen van beiden gebruikt het kleed tot bedekking. De oude raad: wees in uw Weeding een mode ten achter, is dikwijls zoo verwerpelijk niet.

In den grond der zaak geldt hetzelfde ten opzichte van kunsten en wetenschappen, enz. die in de mode zijn. Ook hier is het verkeerd een bepaalde richting te volgen, alleen, omdat ze in de mode is, alleen om niet achterlijk te schijnen, maar blijft zelfstandige beoordeeling, toetsing aan de Heilige Schrift eisch.

Het vraagstuk van de mode is op zichzelf niet van veel belang. Maar het wordt belangrijk door zijn algemeenheid. Het is een vraagstuk, waarvoor ieder lid van een cultuurvolk komt te staan en waarop hij een antwoord geven moet.