Maak je niet dik; dun is de mode

Je moet je daar niet zo over opwinden

Van de oude (of: nieuwe) mode zijn

Oude gebruiken bewaren (of: nieuwe gebruiken aannemen)

Maak je niet dik, dun is de mode

Maak je niet onnodig druk om iets
Wordt ironisch gezegd tegen iemand, die zich boos maakt, zich nogal opwindt, ‘zwelt’ van gramschap. Dergelijke mensen maken gewoonlijk door de hoogrode kleur van opwinding een opgeblazen indruk

Maak u niet dik, dun is de mode

Gezegd tot iemand die zich boos maakt

Een (moderne) Kenau

Kenau Hasselaar was een burgeres van Haarlem, aldaar geboren in 1526. Zij werd beroemd om de moed, die zij betoonde bij de belegering van Haarlem in 1572/1573; zij streed aan het hoofd van 300 vrouwen mee. Zij zou de belegeraars te lijf zijn gegaan met kokende olie en kokend lood. Overdrachtelijk bezigt men de naam voor een manwijf, een vrouw die voor geen klein geruchtje vervaard is

Een moderne blauwbaard

Wordt gezegd van iemand, die uit ziekelijke neigingen of om haar spaarpenningen vrouwen tot zich lokt en deze daarna van het leven berooft (denk aan het geval Landru in Frankrijk)
De uitdrukking is ontleend aan het Ofra. sprookje: Raoul, le chevalier Barbe-blue, volgens hetwelk deze bloeddorstige ridder zijn 6 vrouwen vanwege haar nieuwsgierigheid doodde. Ook de 7de zou ditzelfde lot hebben gedeeld, ware het niet, dat Blauwbaard ten slotte zelf werd aangebracht

Modepoppen, zotte koppen

Die voor alles de mode volgen, zijn vaak niet de slimste
Het zijn niet de verstandigste vrouwen die in alles de mode willen volgen

Een modern Babel

Een zondige wereldstad. De uitdrukking is afgeleid uit de Bijbel. In Jer. 51 : 1, Openb. 14 : 8, 16 : 19 en 17 : 5 wordt als zodanig over Babylon gesproken. In Paris van Constantin wordt in 1855 het eerst gesproken over het Seine-Babel-Parijs. In La Guide universelle de tous les Pays Bas, van de augustijner pater Boussingault, wordt Amsterdam genoemd: ‘La véritable Babylone’. Boussingault denkt hierbij echter aan de schoonheid en rijkdom van Amsterdam en de vele daar aanwezige, allerlei talen sprekende vreemdelingen. De uitdrukking wordt gebruikt voor de grote wereldsteden met al haar grootsheid en pracht, maar ook met al haar weelde en weelderigheid, goddeloosheid en onzedelijkheid. De eerste christenen noemden Rome zo, omdat dit machtige heidense rijk bij hen in een slechte reuk stond

Een moderne beeldenstorm

‘Beeldenstorm’, uiting van dweepzucht tegen de Roomse eredienst, vooral tot uiting gekomen in de maanden juli en augustus van 1566. In de omgeving van leper en Kortrijk begonnen met mishandeling van priesters en plundering van kerken en kloosters (vooral vernielen van beelden), sloeg de beweging weldra naar die beide steden over en vandaar naar geheel Vlaanderen en aangrenzende gewesten. De schaarsheid van middeleeuwse kerksieraden in vele Nederlandse gewesten is ten dele uit de beeldenstorm te verklaren. Overdrachtelijk wordt een aanval op gevestigde leerstellingen soms een (moderne) beeldenstorm genoemd

Een mooi (fraai) model

‘Model’, van Lat.: modulus, voorbeeld, dat een kunstenaar uit leem of was maakt en waarnaar een kunstwerk uitgevoerd wordt. Ironisch voor een bijzonder mens in ongunstige betekenis

Er zit geen model of heerlijkheid meer in

Wordt gezegd van een kostuum dat door de regen of door vuil werk uit zijn fatsoen is geraakt, ontoonbaar is geworden