Een onontbeerlijk huisraad, sedert de oudste tijden in gebruik, voornamelijk om vleesch te snijden, hetzij voor den maaltijd, hetzij voor het offer. De messen waren toen meest scherpe steenen, Ex. 4 : 25, Jozua 5 : 2.
Aan tafel bediende men zich niet van messen, daar het vleesch gesneden werd opgedragen en het brood werd gebroken. Zie voorts Gen. 22:6,10, Richt. 19 : 29, 1 Kon. 18 : 28, Ezra 1 : 9, Spr. 23 : 2, 30:14.
Als bizondere soorten van messen worden genoemd: het scheermes, Ezra 5:1, en het schrijfmes, d. i. het mes, zooals de schrijvers gebruikten om den rietstengel, die als schrijfinstrument diende, te punten, Jerem. 36 : 23.