(el Baradai), zoo genoemd naar zijn armelijke kleeding, welke veel op een paardendeken geleek. Men noemde hem ook wel Zanzalos.
Hij werd geboren te Telia in Mesopotamië. 15 jaar was hij monnik in Constantinopel. In 541 werd hij door den monofysitischen bisschop Theodosius van Alexandrië tot bisschop van Edessa en het geheele Oosten gewijd.
Begunstigd door Theodora, de gemalin van Justinianus 1, maakte hij met veel succes propaganda voor zijn leer. Bijna 40 jaren doorreisde hij rusteloos Voor-Azië, overal gelijkgezinden (d.w.z.
Monofysieten) bijeenvergaderende. Hij wijdde een menigte van bisschoppen en clerici en verschafte aan het Monofysitisme een tijdperk van bloei.
Naar hem, den grondlegger van het Syrische Monofysitisme, heeten zijn volgelingen Jacobieten. Hij heeft in geschrift zeer weinig nagelaten, slechts een Anafora, een Geloofsbelijdenis en enkele Syrische Encyclieken.
Zijn leven is beschreven door Johannes van Efese, die door hem tot bisschop gewijd was. Johannes deed het in een korte Biografie, maar ook in een langere, die bestemd was, om in de kerken te worden voorgelezen.