Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 08-01-2020

Elim

betekenis & definitie

I. Elim, d. i. sterke boomen, de beste legerplaats der Israëlieten tusschen de Roode Zee (Exod. 15) en Sinaï, met 12 waterbronnen en 70 palmboomen; niet, zoo als men vroeger geloofde, de stad Tur aan de Roode Zee, die te Zuidelijk ligt, maar Wady Gharandel, een diep dal, dat met vele kronkelingen naar de Roode Zee voortjoopt.

Het heeft een door den regen aangespoelden vruchtbaren bodem en een vloeiende bron, waarin F. A.

Strausz van Kaïro af het beste water vond. De 70 palmboomen zijn er thans niet meer; maar wel enkele kleine palmboomen en, meer dan ergens in de woestijn, een menigte struiken, namelijk de manna opleverende tamarisken.

De bron is wel slechts 2'/2 uur van de vorige rustplaats Mara verwijderd, maar de schoone plaats noodigde de Israëlieten uit hier halt te maken en zich voor den grooten volgenden dagmarsch van 8 uren naar Sin te versterken. II. Elim, d. i. heidenbron (les. 15 : 8).