Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gepubliceerd op 29-12-2019

Bron

betekenis & definitie

I. Bronnen in den eigenlijken zin des woords worden in Palestina niet veel gevonden.

Ze worden daarom bijzonder hoog geschat. Voor godsdienstig gebruik mocht slechts bronwater gebruikt worden (Lev. 14 : 5, 15 : 13).

Gewoonlijk vergenoegde men zich met regenwater, dat in putten verzameld werd. Deze putten werden in rotsen uitgehouwen (Deut. 6 : 11) of in de aarde gegraven en met muren omgeven.

Men legde ze zoo aan, dat zij van onder breeder waren dan van boven, opdat het water koel zou blijven. Dikwerf waren deze putten zeer ruim (Jer. 41 : 7, 9).

Van boven waren ze overdekt met een grooten steen, om ongelukken te voorkomen (Ex. 21 : 33). Midden in dien grooten steen was een rond gat gehouwen, om te kunnen putten, en dat gat werd ook weder met een zwaren steen bedekt.

Het water werd geschept of met emmers opgetrokken. Soms geschiedde dit over een rad (Pred. 12 : 6).

In steden en dorpen vond men putten voor algemeen gebruik.

Ook in de velden en langs de wegen trof men ze aan.

Over het gebruik maken van de putten ontstond dikwerf twist (Gen. 21 : 25). Men liet vreemden niet gaarne toe, om er gebruik van te maken (Num. 20 : 17) en, als een vijandelijk volk naderde, verstopte men vaak de putten met zand (2 Kron. 32 : 3).

Voor de kudden waren bij de putten doorgaans vrouwen, die het vee te drinken gaven. In vele woonhuizen bevonden zich ook putten (2 Sam. 17 : 18).

Ledige putten dienden vaak tot gevangenissen (Jozef en Jeremia).II. In oneigenlijken zin wordt „bron” gebruikt voor den oorsprong (Ps. 68 : 27); voor den oorsprong van zegeningen (Ps. 65 : 10); voor de opening van den afgrond (Openb. 9 : 1).