Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Gepubliceerd op 11-05-2017

Heet

betekenis & definitie

Heet noch koud of niet heet of koud worden (van iets), onverschillig blijven (over iets). Ook met warm noch koud.

Dit beeld is gefundeerd op het universele verschijnsel dat opwinding en betrokkenheid met verhitting van het lichaam, en daarentegen onverschilligheid en afstand met verkilling samenhangen. De uitdrukking kan zich dan ook goed buiten bijbelse invloed ontwikkeld hebben, hoewel er een sterke overeenkomst is met Openbaring 3:15-16, ‘Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet. Waart gij maar koud of heet! Zo dan, omdat gij lauw zijt en noch heet, noch koud, zal Ik u uit mijn mond spuwen’ (NBG-vertaling; de NBVgebruikt ‘warm’ in plaats van ‘heet’). Deze hartekreet is gericht aan de kennelijk lauwe christengemeente te Laodicea.

Bijbelcitaat: Statenvertaling (1637), Openbaring 3:15-16. Ick weet uwe wercken, dat ghy noch koudt en zijt, noch heet: och oft ghy koudt waert, ofte heet!

Gebruiksvoorbeeld: [Over een schilderij:] Komt het van het doek af en brandt het als zuur in de harten van hen die die bezieling niet hebben. Of is het een lauwwarme pit waar geen mens heet of koud van wordt? (Brabants Nieuwsblad, 12-11-1974)

Gebruiksvoorbeeld: Iedereen kan op z’n kop staan door die Europacup, maar ik wordt er niet heet of koud van. (Voorbeeld, jaren ’90)

Gebruiksvoorbeeld: Van seksfilms wordt mevrouw Saris ‘warm noch koud’. (Hervormd Nederland, 21-12-1996)